top of page

Jimmie Lynch - Death Dodgers

Via een stuk in de Beacon Journal en via een filmpje op YouTube over de 1939 Dodge kwam ik in aanraking met Jimmie Lynch. Een stuntman die in de jaren 30 en 40 veel mensen heeft vermaakt met zijn entertainment. Vergelijkbaar met Evil Knievel in de latere jaren. Het is haast niet te geloven maar de stuntshows trokken vroeger meer toeschouwers dan NASCAR races. Er waren meerdere teams actief in Amerika maar vanwege de band met de 1939 Dodge pik ik Jimmie Lynch eruit. 

Jimmie Lynch – Van Texaanse ranch tot stuntlegende

James Edward “Jimmie” Lynch werd in 1901 geboren in Bowie County, Texas, waar hij zijn jeugd doorbracht op een ranch. Toen hij 13 was kreeg de stal meer FOrd Model T auto's dan paarden. Zonder rijlessen en ervaring dacht Jimmie wel taxichauffeur te kunnen spelen. Dit liep voor een klant bijna slecht af. Toen hij 15 was melde hij zich aan voor het leger. Hij zeilde naar Frankrijk op een marineschip en werd daar dispatch rider in Chaumont.  Zijn ervaring leerde hem vindingrijkheid, discipline én lef. Na de oorlog keerde hij terug naar Texarkana, waar hij als monteur en autoverkoper werkte. Hij trouwde en kreeg twee kinderen. Toch bleef de roep van avontuur trekken.


Chrysler kwam in 1932 met een automatische koppeling. Hij bedacht waarom het dan ook niet mogelijk zou moeten zijn om de auto zelf te laten remmen. Hij verzon hiervoor een systeem zodat hij zelf op de motorkap kon zitten en de auto besturen en behandelen als een volgzame puppy. Hij gaf hiermee gratis shows weg in zijn woonplaats. Hij wilde met zijn uitvinding naar de fabrikant en had hiervoor geld gespaard. Hij reed echter een aantal auto's aan wat hem bijna al zijn geld kostte. Hij vertrok daarop naar Memphis om te kijken of autodealers hem hun auto's wilde laten promoten. Uiteindelijk hapte er één toe en kreeg hij 90 dollar voor twee dagen vol met demonstraties. Dit zou het begin van zijn stunt en entertaincarrière zijn.

​​​

De Hell Drivers en de Death Dodgers

De roots van de Hell Drivers liggen in de vroege stuntshows en rodeo-achtige acts waarbij gevaarlijke rijvaardigheden werden getoond. Rond deze tijd ontstonden de eerste gemotoriseerde stunts met auto’s als onderdeel van kermissen en reizende shows. De term “Hell Drivers” werd populair in de vroege jaren 1930, gebruikt door verschillende stuntteams die extreem gevaarlijke stunts uitvoerden, zoals frontale botsingen, sprongen, rijden door vuur en salto's met auto's. Verschillende shows gebruikten deze benaming, zonder dat het een beschermde merknaam was.

​​​

Eén van de bekendste stuntmannen uit deze periode was Earl “Lucky” Teter, een voormalige pompbediende. Hij begon zijn eigen team onder de naam “Lucky Teter’s Hell Drivers” rond 1932 en maakte de act beroemd met spectaculaire live-optredens door de VS. Zijn shows waren innovatief en goed geregisseerd, en trokken veel publiek.  Op 4 juli 1942 kondigde hij zijn “laatste show” aan, met de intentie in te treden in het leger, maar tijdens een recordpoging springt hij te kort op de landing en overlijdt hij op 5 juli 1942. Na zijn overlijden verkocht zijn weduwe de show en het materiaal aan Joie Chitwood, die de Hell Drivers‑traditie voortzette met zijn eigen “Joie Chitwood Thrill Show”. 

​

Jimmie Lynch was een andere stuntpionier in deze periode. Hij werkte aanvankelijk voor een autofabrikant. Het oorspronkelijke idee was om auto’s en onderdelen te testen voor fabrikanten en daarbij het hele land door te reizen, de publieke belangstelling was echter zo groot dat de shows evolueerden tot complete live-events op beurzen, vliegvelden en festivals. In 1934 trad hij op bij de Chicago Fair samen met Barney Oldfield. Oldfield had zelf géén directe betrokkenheid bij de stuntshows; zijn naam werd vooral promotioneel gebruikt vanwege zijn bekendheid als coureur in het begin van de 20e eeuw. In 1935 richtte Jimmie de ' Jimmie Lynch Death Dodgers' op.  Hij introduceerde nieuwe, gedurfde acts. Zijn shows speelden in op “thrills, chills and spills” en combineerden spektakel met verkeersveiligheidseducatie. Onder de naam “Jimmie Lynch’s Death Dodgers” toerde het gezelschap aanvankelijk vooral door het midden en westen van de VS. Met de groeiende populariteit van paardenrennen en autoraces, werden zijn shows ook een vast onderdeel van deze evenementen. Autoraces werden meestal gehouden op feestdagen in de zomer, terwijl paardenrennen populair waren tijdens de jaarlijkse Grange Fairs, vooral van de jaren 1920 tot 1935.

​​​

Het debuut van de groep stunters vond plaats tijdens het Memorial Day-weekend van 1935 op het vliegveld van Akron, Ohio. De Beacon Journal schreef daarover:

​​

“Onder leiding van ‘Cowboy’ Jimmie Lynch geven de Hell Drivers een voorstelling van twee uur met auto’s die frontaal op elkaar inrijden met een snelheid van 70 mijl per uur, met bestuurders in beide voertuigen. Sprongen vanaf schuine platforms, door een vuur­tunnel van 30 voet (ongeveer 9 meter) rijden, uitstappen uit een voertuig dat sneller rijdt dan een mijl per minuut, en soortgelijke adembenemende ‘stunts’ zorgen voor spektakel bij het publiek.”

​​​

Hier heeft het Beacon Journal het echter wel fout, de show had nog geen naam. De thrillshows van de verschillende groepen werden opgevoerd op kermissen en festivals door het hele land. Lynch zette pas later in de jaren 30 zijn naam op de affiches samen met de naam “Death Dodgers”.  Zijn stijl was een combinatie van lef, showmanschap en droge humor.

​​

Hij bedacht tientallen gewaagde stunts om het publiek te blijven verbazen, maar de “wall of fire” bleef een vast onderdeel van het programma. Eén van zijn kenmerkende acts was het rijden door twee brandende obstakels die 50 voet (ongeveer 15 meter) uit elkaar stonden. Lynch grapte daar vaak over: “This is one way to stay warm!”. Voor de afwisseling reed hij soms ook door blokken ijs of verzon hij andere theatrale elementen die het spektakel verhoogden. Zijn flair, lef en komisch charisma leverden hem de bijnaam “Cowboy Jimmie” op.

​​​​

In 1939 werd " Jimmie Lynch Death Dodgers" team ingehuurd door B.F. Goodrich, het bekende bandenbedrijf uit Akron, Ohio, om op hun stuntbaan op te treden tijdens de New York World’s Fair. Lynch gaf daar die zomer maar liefst 1.237 stuntshows voor in totaal ongeveer 5 miljoen toeschouwers, terwijl hij de Goodrich Silvertown Safety-tires promootte. De shows dienden als live demonstraties van de grip en veiligheid van deze antislipbanden — uitstekende marketing in een tijd waarin autobanden nog relatief primitief waren. In de twee durende periode van de World's Fair had het team voor ruim 11 miljoen mensen opgetreden. Hoewel het een succes was voor Goodrich, stapte Lynch later over naar concurrent Goodyear, eveneens gevestigd in Akron, waarmee hij vervolgens langdurig samenwerkte. De shows zorgden er wel voor dat het team door heel Amerika ging optreden. 

​​​

Dodge-auto’s en veiligheid

Lynch' shows werden al snel legendarisch. Zijn stunts waren zenuwslopend: achtervolgingen, sprongen door vuur, rijden op twee wielen, en zelfs vrije val met Dodge-sedans. Naast Dodge gebruikte hij soms ook Plymouth of Chrysler, alle drie merken van de Chrysler Corporation, waar hij zijn hele carrière nauw mee verbonden bleef.

De fabrikanten zagen de shows als live stresstests voor hun voertuigen. Lynch benadrukte veiligheid boven alles: hij gebruikte crashhelmen, veiligheidsharnassen, en had zelfs een noodschakelaar om het gaspedaal uit te schakelen — ver voordat de autogordel gemeengoed werd.

​​

Hij werkte ook samen met de National Safety Council en gebruikte zijn shows deels als educatief platform: om het publiek te informeren over zowel veilige rijtechnieken als de gevaren van roekeloos rijgedrag.

De shows van Lynch voor Dodge waren bedoeld om de robuustheid en veiligheid van hun auto's onder extreme omstandigheden te demonstreren. Zijn favoriet werd al snel de 1939 Plymouth, die onder andere de beruchte “Roll of Death” kon doorstaan — een stunt waarbij de auto een volledige tuimeling over het dak maakte. Gedurende zijn carrière als stuntman en showleider bleef Lynch dus trouw aan Chrysler’s merken, zowel in techniek als in branding.

​​​

Rubber Bowl-runs

Na zijn campagne voor B.F. Goodrich stapte Jimmie Lynch over naar concurrent Goodyear en begon hij vanaf 1940 met regelmatige optredens in de pas geopende Akron Rubber Bowl. Zijn shows vonden meestal plaats op vrijdag- en zaterdagavond, met een matinee op zondagmiddag. Toegangskaarten kostten 55 cent voor volwassenen en 25 cent voor kinderen, met logeplaatsen voor $1,10 — een gangbare prijs in die tijd. De Death Dodgers waren zó populair dat ze meerdere weekenden per jaar de Rubber Bowl uitverkochten. Stuntcoureurs voerden spectaculaire acts uit die het publiek deden gillen, juichen en schrikken — een explosieve mix van rook, vuur en schijnbare chaos. De Dogers bleven meer dan 25 jaar terugkeren naar Akron, dat inmiddels de bijnaam Rubber City had verdiend. Met slogans als “thrills, chills, spills” en “the most spectacular show of its kind in America”, zette Lynch zichzelf en zijn show nationaal op de kaart. Die belofte bleek geen holle frase.

​​​

Het publiek in Akron was bovendien getuige van de première van een van Lynch’ beroemdste stunts: de Dive Bomber Crash. Hierbij maakte de bestuurder vaart, reed een verhoogde helling op, sprong over een stilstaande vrachtwagen, en knalde vervolgens frontaal op een geparkeerde auto — waarna de waaghals ongedeerd uitstapte, tot groot gejuich van het publiek.

In die jaren verschenen er zelfs cartoonachtige advertenties met Lynch in de hoofdrol voor B.F. Goodrich, en hij werd ook afgebeeld in een reclame voor Camel Cigarettes — toen een van de bekendste tabaksmerken van Amerika.


Team, familie en opvolging

​Lynch bouwde zijn show met vaste coureurs en stuntleiders. Tijdens een bezoek aan Akron legde hij uit hoe hij zijn stuntchauffeurs trainde: “Eerst laat ik een nieuwe leerling met mij meerijden. Daarna laat ik ze goed kijken naar wat ik doe met mijn handen en voeten. Vervolgens laat ik ze alleen rijden, met ongeveer 50 kilometer per uur over de lage schans, om te zien of ze daar zenuwachtig van worden. Ik zet ook altijd flink wat obstakels op hun pad.”

Bekende teamleden waren Jumping Jimmie Daniels, Paula Lombardo, Jo Jo Albertson, Bill Horton, Jimmie Gill, Ollie Larson, Johnny Rogers, Art Briese, Margaret Mark, Johnny Gran en Al Gross. In 1946 sloot Wild Bill Reed zich aan. Deze laatste man was niemand minder dan William V. Reed uit Cuyahoga Falls, een Marine veteraan uit Kansas die in 1946 in Akron arriveerde om de Iceland schaatsbaan aan East Market Street te beheren. Hij was ook speler-coach van het ijshockeyteam de Akron Stars. De Death Dodgers namen Reed in dienst als algemeen manager en promotor. Een van zijn lastigste opdrachten was in 1949, toen een zeer gespecialiseerde waaghals het stuntteam verliet vlak voor een show in het Rubber Bowl. 

Reed plaatste een advertentie in de Beacon Journal:
“Gezocht: Jonge vrouw van 21 tot 30 jaar om op vrijdagavond 13 mei met een gigantisch kanon te worden afgeschoten op de Rubber City Speedway, in verband met de Jimmie Lynch Death Dodgers.”

Hij dacht dat er misschien één of twee reacties zouden komen. Maar er meldden zich meer dan 200 kandidaten!

​​

De Death Dodgers breidden zich uit tot drie gelijktijdig tourende groepen, maar vonden altijd tijd om terug te keren naar Akron.
Een nieuwe stunt die het publiek in vervoering bracht was de Sui-Slide for Life, waarbij een bestuurder vanaf de top van het Rubber Bowl-stadion een helling van 150 voet (ruim 45 meter) afreed en terechtkwam in een stapel sloopauto’s.

​​

Stunts in Canada

Via een blog kwam ik onderstaande tekst tegen :
https://hotrodsandjalopies.blogspot.com/2010/09/jimmie-lynchs-death-dodgers-were-at-cle.html

 

De legendarische Death Dodgers van Jimmie Lynch waren in 1947 te zien op de Canadian Lakehead Exhibition (CLE) in Fort William. Voor velen die in die tijd opgroeiden, zijn deze spannende shows onlosmakelijk verbonden met de magie van de kermis of het circus. Vooral als kind waren deze optredens hét hoogtepunt van de zomer.

De waaghalzenshows met auto’s dateren al uit de tijd dat de auto zelf nog een nieuwigheid was, en door de jaren heen kwamen er regelmatig stuntteams naar de CLE – ook in de jaren ’50 en ’60. Een krantenartikel uit de Fort William Times Journal van 28 juli 1947 vermeldt zelfs dat er tijdens de CLE een gloednieuwe Mercury Sedan werd weggegeven door Royal American Shows.

Er bestaan kleurrijke posters van Jimmie Lynch's shows in Fort William en Port Arthur, waarop optredens worden aangekondigd met “Twee speciale matinees”.

​

Ook op de Wereldtentoonstelling van 1940 in New York trad Jimmie Lynch op. In een filmpje daarvan is onder meer te zien hoe hij met zijn auto over twee Borden’s Divco-melkwagens springt en op een andere auto landt als kussen. Een staaltje spektakel dat z'n tijd ver vooruit was. Naast stunts als de ‘menselijke torpedo’ verschenen ook souvenirs en programmaboekjes in zijn kenmerkende rood-gele kleuren.

​

Een vriend van de blogger, Ron Limbrick, herinnert zich nog dat Jimmie Lynch en zijn team verbleven in het “Royal Fort Tourist Camp” op de hoek van May en Southern in Fort William. Ron woonde daar als kind, omdat zijn ouders het kamp runden. Hij weet nog dat er regelmatig circusartiesten logeerden en dat acrobaten oefenden op het grasveld.

 

Dit blog trok ook veel reacties van mensen met een persoonlijke band met Jimmie Lynch en zijn Death Dodgers. Zo vertelde iemand dat zijn grootvader, Bill Williams, in de jaren 1935-1937 bij de groep zat en voornamelijk motorstunts deed. Een ander schreef dat zijn vader de auto’s parkeerde waarover Jimmie sprong op de Wereldtentoonstelling van 1940.

 

Een bijzonder bericht kwam van Helen Toomey Tassara. Haar moeder, Jacquelyn “ByeBye” Boddie, reed in 1939 als 18-jarige mee met de Death Dodgers op de Wereldtentoonstelling. Haar verhaal voegt een leuk detail toe: Jimmie Lynch was namelijk getrouwd met haar tante Virginia. Haar moeder en Betty Middleton wisselden elkaar af als openingsact voor de shows. Helen’s vader, Buddy Toomey, ontmoette haar moeder toen Jimmie hem inschakelde als stuntcoureur – hij kwam oorspronkelijk van Lucky Teter’s Hell Drivers.

Ook andere familieleden van Jimmie deden hun verhaal. Zijn zoon Jimmie Jr., die later kolonel in het leger werd, wordt herinnerd als een geliefd figuur in Paris, Texas. Helaas is hij ook overleden, aan een hartaanval. Andere zoon Jackie is ook al een aantal jaren geleden overleden. Zijn kleindochter vertelde trots over het familie-erfgoed en hoe leuk het is om online deze herinneringen te herontdekken.

​

Laatste rit, overlijden en nalatenschap

Jimmie Lynch gaf zijn laatste show in de Rubber Bowl in juni 1950. Zijn gezondheid ging daarna achteruit, mogelijk versterkt door jaren van roken — al dan niet van Camel Cigarettes. Op 31 augustus 1951 overleed hij op 50-jarige leeftijd aan levercirrose in een ziekenhuis in Texarkana, Arkansas, en werd hij begraven in zijn geboorteplaats Texarkana, Bowie County, Texas.

Zijn vrouw en drie zonen — waaronder kolonel Jimmie Jr. — bleven achter. De show ging door: Reed nam de leiding over en verplaatste het hoofdkantoor naar Akron. De naam “Jimmie Lynch Death Dodgers” bleef behouden tot Jack Kochman de groep in 1960 overnam en omdoopte tot International Auto Daredevils.

In een interview met de Beacon Journal in juli 1962 sprak Reed met trots over het veiligheidsrecord van de groep: “Een auto is een gevaarlijk ding,” zei hij. “We zijn voortdurend op zoek naar nieuwe manieren om ons werk veiliger te maken. Gelukkig hebben we sinds ik de Daredevils leid nooit een dodelijk ongeluk gehad.”

Een maand later, tijdens een kermis in Mayfield, Kentucky, vond er echter een tragisch ongeluk plaats. Reed voerde de spinning stunt uit die hij al duizenden keren had gedaan, maar op 22 augustus 1962 sloeg de auto over de kop — met fatale gevolgen.

De waaghals was 47 jaar oud. Hij liet een vrouw, vijf kinderen en duizenden fans in Akron achter.

​

Herinnering aan een legende

Jimmie Lynch was een unieke mix van showman, veiligheidsinnovator en charmeur. Hij maakte van autodurability-stunts een levensgevaarlijke attractie vol vermaak, innovatie en avontuur. Zijn tijd bij de Rubber Bowl, zijn ‘Death Dodgers’, de vlammen, crash-analyses en cameo’s in cartoonreclames bevestigen dat hij zijn tijd ver vooruit was. Zijn nalatenschap is er een van spektakel, vernieuwing en een onstilbare dorst naar avontuur. Later evolueerden de stuntshows in verschillende vormen, wat uiteindelijk leidde tot de moderne stuntshows en monster truck-evenementen.

​

​​

​

​​​

Eén van de leden van het team heeft zelf ook een fraaie carrière gehad: Jimmy VanCise (Rechts op de foto)
​
​​

Verteld vanuit een familied kwam ik deze tekst tegen op discoverthisco.com. Er zijn echter geen bewijzen te vinden, dus meer dan een familieverhaal zou ik het niet durven noemen. Enige link is een document dat door beide is ondertekend.

Jimmy VanCise, van stuntman tot showman

​

Ik had wel eens verhalen gehoord over oudoom Jimmy VanCise. Ik wist dat hij een paar wereldrecords had en dat hij partner was in de beroemde “Jimmy Lynch Death Dodgers Thrill Show”. Maar veel meer wist ik eigenlijk niet. Mijn oudoom overleed toen ik nog heel jong was. Onlangs kwam ik een foto tegen van mijzelf met oudoom Jimmy. Ik was ongeveer vier jaar oud toen de foto werd genomen. Het vinden van de foto bracht me ertoe om het leven van Jimmy als stuntman te onderzoeken. Dit is wat ik ontdekte over oudoom Jimmy VanCise.

 

Jimmy VanCise werd geboren op 26 juni 1901 in Cleveland, Ohio. Jimmy was de oudste van zeven kinderen. Zijn vader was geboren in New York en zijn moeder in Massachusetts. Joseph VanCise, de vader van Jimmy, was elektricien.

Toen Jimmy 16 jaar oud was, werkte hij al als “stunter”. In 1917 kreeg hij een baan waarbij hij met een parachute uit een heteluchtballon sprong. Naast het springen uit ballonnen en vliegtuigen, deed Jimmy ook mee aan “auto polo”. Auto polo werd als sport gepromoot door Ralph “Pappy” Hankinson uit Topeka, Kansas. Pappy had een Ford-dealerbedrijf in Topeka en zocht naar nieuwe manieren om auto’s te promoten. Hij organiseerde de eerste wedstrijd, en de rest is geschiedenis. Auto polo-wedstrijden werden door het hele land gehouden. Zowel auto’s als bestuurders liepen hierbij grote kans op ernstige verwondingen of de dood. Toch stroomden de toeschouwers massaal toe.

 

In de jaren 1920 werd Jimmy een zogeheten “barnstormer”. Hij liep over vleugels van vliegtuigen en voerde acrobatische parachutesprongen uit. Op 25 juni 1928, in Akron, Ohio, trad Jimmy VanCise (stuntman) samen met Red Miller (piloot) op in het “Congress of Dare Devils” op de Cleveland Akron Speedway. “Thrills, spills and chills” stonden op het zondagmiddagprogramma. Jimmy imponeerde het publiek met zijn vleugellopen en parachutesprongen. 4.000 mensen zagen het duo de dood trotseren in de lucht.

Op 11 mei 1930 werd op het vliegveld van South Bend, Indiana, een tweezitszweefvliegtuig tentoongesteld waarin Lyman Voepel onlangs een wereldrecord had gevestigd door 12 keer achter elkaar een looping te maken vanaf 3.500 voet hoogte. In datzelfde toestel zette Jimmy VanCise een record door als eerste passagier ooit een looping te maken in een zweefvliegtuig, en als eerste uit een zweefvliegtuig met een parachute te springen vanaf 1.500 voet.

 

In 1930 reisden Jimmy en Red Jackson met het endurance-vliegtuig “St. Louis Robin” door het land. De Gulf Refiners Company uit Pittsburgh leverde de olie voor het vliegtuig en sponsorde het team. Red Jackson en Forest O’Brine hielden het vliegtuig 17 dagen, 12 uur en 21 minuten in de lucht — een wereldrecord voor duurvliegen op dat moment. Jimmy bestuurde het bijtankvliegtuig dat het mogelijk maakte dat Red in de lucht kon blijven. Jimmy VanCise en Thunderbolt Knight stonden ook vermeld als parachutespringers in de show. Ze bezochten Chicago, Detroit, Pittsburgh en vele andere grote steden van die tijd.

In 1930 meldde de Orleans Times in New York dat Jimmy VanCise lid was van het Curtiss-Wright stuntteam. De shows trokken tussen de 20.000 en 50.000 toeschouwers in grote steden.

 

Op maandag 26 oktober 1942, op 38-jarige leeftijd, meldde Jimmy VanCise zich aan bij het Amerikaanse leger om te vechten tegen de Asmogendheden. De Shreveport Journal schreef dat VanCise een man van vele talenten was, met de volgende verdiensten: “Hij is parachutespringer, parachutemonteur, vliegtuigpiloot, zweefvliegpiloot, autoracer en een expert in auto-ongelukstunts.”

In Shreveport, op de Louisiana State Fair, gaf VanCise zijn laatste autoshow voordat hij het leger in ging. Jimmy VanCise leidde daar de Jimmy Lynch Death Dodgers-ploeg. Na de show nam hij afscheid van zijn werkgever en meldde zich bij het rekruteringsbureau van het leger. De Shreveport Journal schreef verder dat Jimmy’s moedige carrière begon met zijn eerste parachutesprong uit een heteluchtballon toen hij 16 was. Sindsdien had hij duizenden mensen vermaakt in de Verenigde Staten, Europa en Zuid-Amerika.

Jimmy was in 1930 de eerste man die een looping maakte met een zweefvliegtuig. Hij was ook de eerste die een parachutesprong maakte vanuit een zwever, op 6 juli 1930 in Milwaukee, Wisconsin. Daarnaast vestigde hij een hoogterecord van 14.000 voet in een zweefvliegtuig, waarbij hij tijdens de afdaling 61 loopings maakte. Jimmy was ook piloot van het vliegtuig dat het toestel van de Red Robins bijtankte toen dat het duurvliegrecord vestigde.

 

In de jaren voorafgaand aan de Tweede Wereldoorlog begonnen Jimmy VanCise en Jimmy Lynch samen te werken. Hun samenwerking zou meer dan twee decennia duren. Jimmy VanCise stopte met het uitvoeren van stunts en werd regisseur en promotor van de Jimmy Lynch Death Dodgers auto-stuntshow. Het gezelschap reisde van 1930 tot 1951 door het hele land en trad op voor miljoenen mensen.

De Jimmy Lynch Death Dodgers-show beleefde haar hoogtijdagen na de Tweede Wereldoorlog. De Amerikaanse bevolking was toe aan entertainment en Jimmy Lynch Death Dodgers zorgde voor “spills, chills and thrills” door het hele land. Grootoom Jimmy VanCise, stuntman en waaghals, overleed op 74-jarige leeftijd een natuurlijke dood.

​

​

​

​

​

​

​

​

​

​

​

​

​

​

​

​

​

​

​

​

​

Johnny Crasharama kan niet stoppen met stunten. Onderstaand verhaal uit 2013 heb ik gedeeld via een blog van Tim Foster. Hemmings heeft het verhaal ook gedeeld in 2024. Het leuk mij leuk het hier ook te delen. ​De tekst is overgenomen van het blog van Foster en vertaald.

Dave en ik hadden gepland om donderdag direct na mijn werk naar Portland te vertrekken, zeg maar rond 16.00 uur. Zijn pickup liep te heet, dus besloten we een econobox te huren voor de rit. We zouden de huurauto om 17.00 uur ophalen. En toen belde Jumpin’ Johnny.

Johnny Crasharama is al eens eerder op de blog voorbijgekomen. Hij is een vriend van me – een professionele stuntman die al sinds ongeveer 1972 auto’s kort en klein rijdt, over de kop laat gaan en racet voor shows als Chitwood’s Tournament of Thrills en de King Kovaz Auto Daredevils. Hij was een tijdje semi-gepensioneerd omdat hij de laatste werkgever niet kon uitstaan, maar is nooit echt gestopt met stunts doen – hij blokkeerde gewoon de straat voor zijn huis en deed daar gratis stuntcrashes tot de politie hem liet stoppen.

Een paar jaar geleden sprak hij met een vriend die nog steeds in het vak zat, en hoorde hij dat de Hell Drivers, de allerlaatste klassieke Auto Thrill Show die nog op tournee was, ermee ging stoppen. Johnny oogt keihard, maar eigenlijk is hij een sentimentele gast; het idee dat er voor het eerst sinds 1934 geen thrill show meer door Amerika zou trekken, raakte hem diep. Twee weken later had hij de Hell Drivers gekocht en maakte hij zich klaar om weer de weg op te gaan.

​

Het is zwaar geweest – de economie zit tegen, brandstof is duur, en het is lastig om een ervaren stuntteam bij elkaar te houden. En de tijden zijn veranderd. De county fairs en landelijke dirt tracks die vroeger het hart van de stuntshow-scene vormden, boeken tegenwoordig liever Extreme Motocross, Monster Trucks en andere moderne acts. Toch gaan Johnny en zijn Hell Drivers elk seizoen weer op pad, geven alles wat ze hebben en houden een Amerikaanse traditie in leven.

Die traditie betekent veel voor Johnny. Hij weet alles van de oude stuntshows en kan urenlang verhalen vertellen over stuntchauffeurs die allang overleden zijn – vaak in actie. Ik noemde eens een foto die ik zag met het bijschrift ‘Jimmy Leach and his Death Duckers’, waarop Johnny zei: “Bedoel je Jimmy Lynch and his Death Dodgers?” Deze wereld zit in zijn bloed (na al zijn ongelukken, letterlijk). Johnny werkte in zijn beginjaren voor veel van de oudgedienden, en reed toen bijna elke show met auto’s uit de jaren ’40 en ’50 – net zoals zijn helden vroeger.

​

Eén van Johnny’s grootste helden is Lucky Teter, de eerste echt succesvolle Thrill Show-rijder en de eerste Hell Driver. Teter was een grote ster in de jaren dertig en begin jaren veertig – tot zijn spectaculaire dood op 4 juli 1942. Die show op 4 juli stond aangekondigd als zijn afscheid van de Thrill Shows – hij zou zich de dag erna aanmelden bij het leger. Maar zover kwam het niet. Bij zijn derde sprong van de dag probeerde Teter een nieuw record te zetten voor een sprong van schans naar schans: 150 voet. Toeschouwers hoorden zijn Plymouth uit 1938 overslaan terwijl hij de schans naderde, maar hij probeerde het toch. De Plymouth haalde het niet en raakte de landingsschans ter hoogte van de voorruit. Teter was op slag dood – voor de ogen van duizenden toeschouwers.

Toen Johnny me vertelde dat hij overwoog een Plymouth uit 1938 op te knappen en ermee op tour te gaan als eerbetoon aan Teter, vond ik dat al heel gaaf. Maar toen hij zei dat hij er waarschijnlijk ook stunts mee wilde gaan doen, vond ik dat toch wel wat gestoord – een vier jaar oude auto over een schans jagen in 1942 is één ding, maar hetzelfde doen met een 75 jaar oude auto in 2013 is een heel ander niveau van Extreme. Maar niet voor Johnny. Hij kon geen geschikte ’38 Plymouth vinden, dus nam hij genoegen met iemands stilgevallen Dodge-project uit 1937. Die had meer dan 30 jaar stilgestaan, maar Johnny had hem binnen een paar maanden rijdend. Kunstenaar Bruce Gossett schilderde hem in de stijl van een jaren ’40 thrill show-auto. Het enige wat nog restte was een paar test-sprongen. Hij belde om te vragen of ik het wilde komen bekijken voordat hij naar de oostkust vertrok. Dave en ik stelden ons vertrek uit.

Johnny zette de schansen op in de straat voor zijn huis, en een klein groepje van ons hing wat rond terwijl hij alles in gereedheid bracht. Hij had de schokdempers vervangen, want tijdens eerdere tests sloeg de auto te hard door, en hij wilde zeker weten dat het nu goed zat.

 

Rond 19.00 uur was iedereen er en startte hij de originele 217 cubic inch zescilinder. Hij reed naar het eind van de straat, maakte een snelle U-turn, en kwam vol gas op de schansen af – de open uitlaat brulde.

Hij raakte de schansen met zo’n 80 km/u en de auto vloog perfect door de lucht… en landde netjes 6 tot 9 meter verderop. Geen doorslaan. Daarna werd het gewoon leuk. Hij deed nog een stuk of zes sprongen en de auto presteerde elke keer vlekkeloos. Toen kwam er een politieagent aanrijden, keek naar Johnny’s auto, de schansen, en naar ons allemaal. Hij en Johnny wisselden een paar woorden, en de agent vertrok weer, glimlachend. De show was voorbij. Dave en ik stapten in de huurauto en reden richting Portland…

​

​

​

​

​

​

​

​

​

index (1).jpg

Jimmie Lynch met voor hem Buddy Toomey

Jimmie Lynch
jimmie-lynch-7.jpg
jimmie-lynch-14.jpg
6 - Lynch2WD.jpg
9-6-2025 01-01-15.png
8 - rubjimmy.jpg
2 - CLE poster.jpg
s-l1600 (3).webp
10 - program2.JPG
1_7baa498afe9f44451667f7fa31113b49.jpg
s-l1600.webp
s-l1600 (12).webp
4 - Jimmie-Lynch1.jpg
Jimmy Van Cise glider photo 1930.avif
Van Cise, James Earl (1904) war registra.avif
Johnny Crasharama
origin-163.webp
origin-164.webp
origin-11277.webp
Lucky Teter.jpg

2025 by Wheels & Chrome

  • Black Facebook Icon
  • Black YouTube Icon
bottom of page