top of page

Van stoom tot bougie en patentproblemen

De nieuwe mechanische wagen met de verschrikkelijke naam automobiel zal nooit meer weg te denken zijn', New York Times 1897.

 

Dit was de eerste publicatie in de media die de naam automobiel gebruikte. Dit hielp om de naam algemeen geaccepteerd te krijgen onder het publiek. De eer gaat echter naar de 14e eeuwse Italiaanse schilder genaamd Martini. Hij heeft nooit een automobiel gebouwd, maar hij tekende wel plannen voor een door de mens aangedreven koets met 4 wielen. Martini bedacht de naam automobile van het Griekse woord 'auto' (zelf) en het Latijnse 'mobils' (bewegend). Een andere populaire naam is het Engelse 'car'. Dit is afgeleid van het Keltische 'carrus' wat zoveel betekend als kar of wagen. 

 

Uit patenten blijkt dat iedere uitvinder zijn eigen visie had. Oliver Evans, US Patent uit 1792: oruktor amphibolos. Niet geheel eerlijk omdat het eigenlijk een amfibische 'auto' was. George Selden, US Patent uit 1879: road machine. De gebroeders Duryea, US Patent 1895: motor wagons en Henry Ford, US Patent 1896: Quadricycle.

 

Andere vroege (Engelse) referenties waren: autobaine, autokenetic, autometon, automotor horse, buggyaut, diamote, horseless carriage. mocole, motor carriage, motorig, motor-vique, and the oleo locomotive.

Voor 1860

 

  • 3e eeuw: Het oudste bewijs voor een krukas en drijfstangen dateert van de 3e eeuw. Dit was bij de Hierapolis houtzagerij in Turkije als deel van het Romeinse Rijk.

  • 5e eeuw: Romeinse ingenieurs documenteren verschillende krukas en drijfstang machines voor gebruik in houtzagerijen.

  • 9e eeuw: De krukas verschijnt in midden 9e eeuwse boeken over ingenieuze apparaten van de gebroeders Banū Mūsā. Er werd beschreven dat zij gebruikt werden in allerlei hydraulische apparaten.

  • In 1206, vond Al-Jazari een vroege krukas uit die hij samenvoegde met een drijfstangsysteem in een twee cilinder pomp. Net als de moderne krukas bestond Al-Jazari's mechanisme uit een wiel dat de drijfstangen in beweging zette.  Het wiel draaide gewoon rond en de stangen bewogen in een rechte lijn op en neer. Dit systeem zet een draaiende beweging om in een continue lineaire beweging. Dit is gelijk aan het systeem dat centraal staat in de moderne stoommachine en verbrandingsmotor. Al-Jazari wordt gezien als grondlegger van de robotica.

  • 1680: De Nederlandse natuurkundige Christian Huygens ontwerpt een interne verbrandingsmotor die gevoed wordt met buskruit en een waterpomp aandrijft. Hij werd gebruikt om de paleistuin van Versailles te bewateren met 3000 m2 water per dag. Dit is het eerste idee van een verbrandingsmotor.

  • 1780s: Alessandro Volta bouwt een elektrisch speelgoed pistool waarin een elektrische vonk een mix van lucht en waterstof laat exploderen waarmee een kurk kan worden afgeschoten.

  • 1791: John Barber ontvangt een Brits patent #1833 voor een methode voor stijgende ontvlambare lucht met het oog op de productie van beweging en het vergemakkelijken van metallurgische bewerkingen. Hiermee beschrijft hij deels de werking van een turbine.

  • 1794: Robert Street bouwt een motor zonder compressie. Dit principe wordt voor bijna een eeuw gebruikt.

  • 1798: Tippu Sultan, de heerser van het staatje Mysore in India gebruikt de eerste ijzeren raketten tegen het Britse leger.

  • 1807: Nicéphore Niépce bouwde zijn door 'mos, koolstof en hars' aangedreven Pyréolophore verbrandingsmotor in in een boot en voer ermee de Saône op in Frankrijk. Keizer Napoleon Bonaparte kende een patent toe op 20 juli.

  • 1807: François Isaac de Rivaz, een Zwitserse ingenieur, bouwde een verbrandingsmotor door aangedreven werd door een mix van waterstof en zuurstof. Deze werd ontstoken door een elektrische vonk. (Zie ook 1780s: Alessandro Volta)

  • 1823: Samuel Brown patenteerde de eerste verbrandingsmotor die industrieel werd toegepast. Hij was compressieloos en was gebaseerd op wat Hardenberg de 'Leonardo Cycle' noemde. Zoals de naam al aangeeft was deze rond deze tijd al achterhaald.

  • 1824: De Franse natuurkundige Sadi Carnot bedacht de thermodynamische theorie van de geïdealiseerde verbrandingsmotor. Samuel Brown paste een Newcomen stoommachine aan zodat deze benzine gebruikte en gebruikt deze kortstondig om een voertuig aan te drijven die Shooter's Hill in Londen opreed. 

  • 1826 April 1: De Amerikaan Samuel Morey verwierf een patent voor een compressieloze "Gas of damp motor".

  • 1832-1839: Robert Andersons (Schotland) vind de eerste elektrische koets uit. Deze gebruikt oplaadbare accu's. Ze waren zwaar, langzaam, duur en er moest vaak gestopt worden om op te laden. Elektriciteit als energiebron werd pas bruikbaar voor trams en streetcars toen een constante aanvoer van elektriciteit mogelijk was.

  • 1833: Lemuel Wellman Wright, UK patent 6525, tafelformaat gas motor. Dubbelwerkende gasmotor en de eerste melding van een cilinder met watermantel.

  • 1838: Een patent werd verleend aan William Barnett (English). Volgens Dugald Clerk was dit de eerste melding van een in-cilinder compressie motor.

  • 1852: Studebaker wordt opgericht.

  • 1854-57: Eugenio Barsanti & Felice Matteucci vonden een motor uit. Dit was waarschijnlijk de eerste 4-takt motor, helaas is het patent verloren gegaan.

  • 1856: In Florence bij Fonderia del Pignone (nu Nuovo Pignone, een sub divisie van General Electric), realiseerde Pietro Benini een werkend prototype van de Italiaanse motor met 5pk. In de jaren erna ontwikkelde hij sterkere motoren met een of twee cilinders die dienst deden als stationaire motoren ter vervanging van stoommachines. 

  • 1857: Eugenio Barsanti & Felice Matteucci beschreven de beginselen van de vrije zuigermotor waarbij het vacuüm na de explosie atmosferische druk levert voor de arbeidsslag (Brits patent No 1625). Otto en Langen waren de eerste die een verkoopbare motor maakten die was gebaseerd op dit concept. Dit gebeurde echter pas 10 jaar later.

 

1860-1910

 

  • 1860: De Belg Jean Joseph Etienne Lenoir (1822–1900) maakte een gas aangedreven interne verbrandingsmotor gelijkend met een horizontaal dubbelwerkende stoommachine met zuigers, cilinders, drijfstangen en vliegwiel waarbij het gas de plek van het stoom innam. Dit was de eerste interne verbrandingsmotor die in grote getale geproduceerd werd. Hij patenteerde deze machine.  

  • 1861 Het oudste bevestigde patent van een 4-takt motor was van Alphonse Beau de Rochas. Een jaar eerder maakte Christian Reithmann een motor die waarschijnlijk hetzelfde was, maar zijn patent was hier niet duidelijk over.

  • 1862: De Duitse uitvinder Nikolaus Otto bouwde was de eerste die de motor bouwde en verkocht. Hij ontwierp een werkende indirecte vrije zuiger compressieloze motor wiens efficiëntie de steun van Eugen Langen won en daarna van de hele markt, die op dat moment bestond uit stationaire machines aangedreven door het ontsteken van gas.  

  • 1863: Lenoir rijd een route van 50 mijl  met een verbeterde motor die op petroleum loopt en een primitieve carburateur heeft.

  • 1865: Pierre Hugon start met het produceren van zijn Hugon motor, deze is gelijk aan de Lenoir motor maar is zuiniger en betrouwbaarder. Sylvester Roper bouwt een koets met een stoommachine die zichzelf voortbeweegt.

  • 1866: Otto en Langen introduceren hun vrije zuiger motor op de Parijse tentoonstelling. Hij was de helft zuiniger van de motoren van Lenoir en Hugon.

  • 1870: In 1865 begon Siegfried Marcus met de constructie van een verbrandingsmotor, en rond 1870 zou hij een zelfbewegende handkar hebben getest in de straten van Wenen. In de volgende jaren ontwierp hij enige tweetaktmotoren, die hij bij verschillende fabrieken liet bouwen. Ook ontwikkelde hij de elektrische laagspanningsontsteking, waarvoor hij in 1883 een Duits octrooi kreeg. In 1887 ging hij een samenwerkingsverband aan met de firma Marky, Bromovski & Schulz in het toenmalige Adamsthal, Moravië. Daar kwam in 1888 zijn viertaktmotor gereed, die hij gebruikte voor zijn "Strassenwagen". Veel materiaal over zijn vindingen is tijdens de Duitse bezetting van Oostenrijk vernietigd door de Nazi's, die een joodse uitvinder van de automobiel niet konden gebruiken. Op last van Goebbels moest de naam van Marcus als uitvinder van de automobiel uit alle Duitse naslagwerken worden geschrapt. Toen is bepaald dat Daimler en Benz de uitvinders zijn van de moderne auto. 

  • 1871: Dr. Carhart, een natuurkunde professor bouwt samen met de Case Company een stoomauto die een 200 mijl race won.

  • 1872: In America vindt George Brayton 'Brayton's Ready Motor' uit die commercieel geproduceerd wordt. Deze gebruikte een constante verbrandingsdruk en was de eerste commerciële vloeistif aangedreven interne verbrandingsmotor, hoewel niet erg succesvol.

  • 1875: Auburn wordt opgericht.

  • 1876: Nikolaus Otto, nu samenwerkend met Gottlieb Daimler en Wilhelm Maybach, begint aan de glorietijd van de 4-takt motor. De Duitse rechter had echter het patent niet de 4-takt motor en de in-cilinder compressie motoren laten beschrijven. Na dit besluit wer dit type motor de standaard. 

  • 1878: Dougald Clerk ontwerpt de eerste twee-takt motor met in-cilinder compressie. Hij patenteert deze in Engeland in 1881.

  • 1879: Karl Benz, zelfstandig werkend, kreeg een patent toegewezen voor zijn interne verbrandingsmotor, een betrouwbare twee-takt gas motor gebaseerd op dezelfde techniek als De Rochas ontwerp van de 4-takt motor. 

  • 1882: James Atkinson vindt de Atkinson cycle engine uit. Atkinsons motor had een arbeidsslag per toer samen met verschillende inlaat en expansie slagen. Hiermee was het potentieel een efficiëntere motor dan de Otto motor.

  • 1883: Edouard Delamare-Debouteville bouwt een ééncilinder viertakt motor die op aardgas loopt. Zijn ontwerpen waren zijn tijd ver vooruit, zelfs voor die van Daimler en Benz, in ieder geval op papier. Karl Benz richt zijn bedrijf Benz & Cie op.

  • 1884: De Britse ingenieur Edward Butler construeert de eerste benzine interne verbrandingsmotor. Butler vondt de bougie uit, magneto, bobine en inspuit carburateur, hij gebruikte ook als eerste het woord 'benzine'. DeLamarre De Bouteville patenteerd een carburateur.

  • 1885: Gottlieb Daimler kreeg een Duits patent voor een supercharger. Ook vind hij het prototype van de moderne benzinemotor uit. Een verticale cilinder en met een via een carburateur geïnjecteerde benzine aanvoer (gepatenteerd in 1887) . Hij bouwde eerst een voertuig met twee wielen en deze motor, de Reitwagen,  en een jaar later 's werelds eerste vierwielig motorvoertuig op basis van een koets. Benz bouwde zijn eigen 4-takt motor die gebruikt werd in zijn auto's die werden ontwikkeld in 1885 en gepatenteerd in 1886 en deze werden daarmee de eerste geproduceerde auto's.

  • 1886: Karl Benz krijgt op 29 januari het eerste patent voor een benzine aangedreven voertuig, een drie-wieler, zijn eerste vier-wieler bouwde hij pas in 1891. Olds expirimenteert met stoom aangedreven driewielers.

  • 1889: Daimler bouwt een verbeterde viertakt motor met champignon vormige kleppen en twee schuine V cilinders.

  • 1890: Wilhelm Maybach bouwt de eerste viertakt viercilinder motor. De Flint Road Cart Company (later Durant-Dort Carriage Company) neemt Charles Nash in dienst. 

  • 1891: Herbert Akroyd Stuart bouwt zijn olie motor en least de rechten aan Hornsby in England voor productie. Zij bouwen de eerste koude start compressie ontsteking motoren. In 1892 installeren zij de eerste hiervan in een water pompstation. In hetzelfde jaar produceerde een experimentele hogedruk versie zelfvoorzienende ontsteking door alleen compressie te gebruiken. 

  • 1892: Dr. Rudolf Diesel ontwikkeld zijn Carnot warmte motor.

  • 1887: Gustaf de Laval introduceert de Lavalstraalpijp voor zijn Lavalturbine. Oldsmobile wordt opgericht (opheffing in 2004).

  • 1888: William Morrison rijdt met zijn elektrische voertuig door Chicago.

  • 1889/1891: Panhard & Levassor en Peugeot zijn de eerste autofabrikanten in de wereld. Zij bouwde en testen dus niet alleen zoals zovele voor hen, maar bouwde ze om te verkopen. Daimler en Benz begonnen als uitvinders en verdiende hun eerste geld met licenties van hun patenten en het verkopen van motoren aan autofabrikanten. In 1890 bouwen Panhard & Levassor hun eerste auto met een Daimler motor. Edouard Sarazin had de licentie voor de Daimler motoren voor Frankrijk en hielp hen als partner. Hun auto's hadden een pedaalbediende koppeling en het waren de eerste auto's die de motor en radiateur voorin hadden en de aandrijving op de achterwielen voor een betere balans. Dit werd bekend als het 'Systeme Panhard'. In hun 1895 auto hadden ze ook de eerste moderne transmissie. Een sliding-gear transmissie. Zij deelden echter het Daimler patent met Armand Peugeot. Een Peugeot won de eerste race in Frankrijk.

  • 1889: In dit jaar bouwde Maybach en Daimler de eerste zelf ontworpen auto met een vier versnellingstransmissie en een topsnelheid van 16 km/u.

  • 1890: Daimler richt het 'Daimler Motoren Gesellschaft' op om zijn ontwerpen te bouwen. 

  • 1891: Lambert en Nadig behoren tot de voertuigen de de eer hebben de eerste te zijn in Amerika.

  • 1893 23 Februari: Rudolf Diesel ontving een patent voor zijn compressie ontstekings (diesel) motor. 20 September: In Springfield, Massachusetts bouwde de broers Duryea hun eerste auto. De auto werd gebouwd door een 1 cilinder benzine motor in te bouwen in een 2de hands koets van $70. De broers waren fietsenmakers die interesse kregen in de nieuwe gasmotoren en auto's. Zij richtte in 1896 de eerste Amerikaanse autofabriek op en hadden toen al 13 auto's verkocht en zou in productie blijven tot in de jaren 1920. 24 December: Henry Ford test zijn zelfgebouwde motor in de gootsteen van zijn huis en laat zijn vrouw Clara benzine in een pijp gieten. Hij gebruikt een draadje en sluit deze aan op de verlichting. De motor start. Het duurt nog drie jaar voordat hij zijn eerste auto, de Quadricycle, bouwt. Hij werkte toen nog voor de Edison Illuminating Company om kennis te krijgen van elektriciteit. Hij was toen 27.  De US Office of Road Inquiry wordt opgericht.

  • 1894: De eerste gestandaardiseerde auto was de Benz Velo. 140 identieke Velo's werden in 1895 gebouwd. 

  • 1895: De Franse autobouwer Levassor reed 1.170km met één van zijn auto's tijdens de Parijs - Bordeaux - Parijs met een gemiddelde snelheid van 24 km/u. De auto had een tweecilinder 1,2 liter met gloeibuisontsteking. De langste service stop duurde 22 minuten. Levassor was al sinds 1891 in de automobiel branche. Auto's waren al een normaal iets in de straten van Parijs. Franse en Duitse fabrikanten verkochten hun auto's via catalogi. 28 November, 8:55: 6 auto's verlaten Chicago's Jackson Park voor een 54 mijlen race naar Evanston en terug door de sneeuw. Auto 5, bestuurd door Frank Duryea, won de race en $2.000 in amper 10 uur met een gemiddelde snelheid van 7.3 mph. Het was de eerste race waarin iemand finishte.

  • 1896: Karl Benz vindt de boxer motor uit, ook bekend als de platte motor. In deze motor bereiken de tegenover elkaar liggende zuiger tegelijk hun bovenste dode punt waarbij zij elkaar in balans houden. Maart: Duryea bood de eerste commerciële auto's aan. Twee maanden later reed de New Yorkse automobilist Henry Wells een fietser aan. De fietser had een gebroken been en Wells bracht een nachtje door in de cel. Het eerste verkeersongeval van de natie was een feit. Charles B. King rijdt op 6 maart 1896 in Detroit met zijn watergekoelde 4 cilinder 4-takt  voertuig. Op 7 september is de eerste track race in Rhode Island.

  • 1897: De Parijs - Marseille race van 1897 koste Emile Levassor het leven. Olds Motor Vehicle Company wordt opgericht. Het is de eerste autofabriek in Michigan. Pope Mfg. houd op 12 maart de eerste persintroductie voor een nieuw model. 

  • 1899: Gedurende de eerste 4 maanden van het jaar werd er door investeerders $388 miljoen geïnvesteerd in nieuwe autofabrikanten. Er waren nu rond de 8.000 motorvoertuigen in de USA. 30 Fabrikanten hadden 2.500 auto's gebouwd en de industrie stond op plek 150 aan productiewaarde in de Amerikaanse economie. De Ohio Automobile Company wordt opgericht om de nieuwe Packard auto's te produceren. De auto's krijgen in een korte tijd een zeer goede reputatie waardoor de naam veranderd werd in Packard Motor Car Company. Tot 1903 hadden alle Packards een 1 cilinder motor. Een Black van de Black Motor Company koste $375, een Oldsmobile Runabout $650, een Cole 30 en Cole Runabout $1.500 terwijl een Packard $2.600. De klanten kwamen niet alleen uit Amerika maar ook uit het buitenland.

  • 1900: In de jaren rondom 1900 was de elektrische auto's de best verkopende. Dit was snel voorbij toen de benzineauto's beschikbaar kwamen. In Europa was Benz het best verkopende merk. Benz was ook de eerste die een motor en chassis als geheel ontwierp. 1 op de 9.500 Amerikanen bezat een auto. 40% was stoom aangedreven, 38% was elektrisch en slechts 22% was benzine aangedreven. Aan het eind van het jaar waren er al 13.824 auto's in de USA. Wereldwijd werden er maar 10.000 auto's geproduceerd. 

  • 1900: Rudolf Diesel demonstreerde zijn diesel motor tijdens de Exposition Universelle (Wereld tentoonstelling) en gebruikte pindaolie als brandstof, hiermee biodiesel gebruikend.

  • 1900: Wilhelm Maybach ontwierp een motor die gebouwd werd bij de Daimler Motoren Gesellschaft, volgens de specificaties van Emil Jellinek. Hij verzocht dat de motor vernoemd werd naar zijn dochter, Mercedes. Daimler-Mercedes werd de naam. In 1902 werden auto's met deze motor geproduceerd door DMG.  Charles Nash is Vice President en General Manager bij de Durant-Dort Carriage Company.

  • 1901: De eerste auto in massaproductie in de USA was de Curved Dash Oldsmobile, gebouwd door Ransom Eli Olds (1864-1950). Hij ontwikkelde de eerste productielijn en startte daarmee de Detroit auto-industrie. Hij begon met het bouwen van stoom- en benzinemotoren, samen met zijn vader, Pliny Fisk Olds in Lansing, Michigan in 1885. In 1899 vertrok hij naar Detroit en hernoemde zijn bedrijf naar 'Olds Motor Works'. In 1900 werd de naam Oldsmobile ingevoerd. Hij produceert in 1901 425 stuks van de Curved Dash, tegen 1905 waren dat er al 5.000. Hij was de best verkopende fabrikant in de USA van 1901 t/tm 1904. Olds ontdekte al snel de nadelen van massaproductie. Stylingswijzigingen en een veranderende smaak lieten Olds achter met een enorme investering in de fabriek en de machines omdat hij nog met de 'ouderwetse' Curved Dash zat. De Detroit Automobile Co. ging failliet omdat het slecht 6 auto's verkocht in 2 jaar. De financierders die de fabriek kochten ontsloegen de hoofd ontwikkelaar, Henry Ford. Toen hij autoraces begon te winnen financierde de voormalige aandeelhouders van de Detroit Automobile Co. de oprichting van de nieuwe Henry Ford Co waarin ze Ford een 1/6 aandeel gaven. Ford verliet de nieuwe firma al snel en startte de Henry Ford Company in 1903. Wilhelm Maybach ontwerpt in Duitsland de eerste Mercedes. In Amerika verschijnen de eerste kentekens. Pierce-Arrow bouwt zijn eerste 1 cilinder voertuig.

  • 1902: Minstens 50 nieuwe firma's beginnen met de productie van auto's in Amerika. Leon Levasseur krijgt een patent op een lichte en krachtige V8 gasmotor. Studebaker is één van de bedrijven die zich op auto's gaat richten. Eerst met elektrische auto's, vanaf 1904 ook met benzine auto's. De laatste Studebaker rolt van de band op 16 maart 1966. Marmon start met de productie van auto's. Thomas B. Jeffery richt zijn fabriek op, hij levert de merken Jeffery en Rambler.

  • 1903: Konstantin Tsiolkovsky begint een serie theoretische scripties waarin hij de mogelijkheden bespreekt om raketten te gebruiken om de ruimte te bereiken. Een belangrijk deel van zijn idee zijn vloeistof aangedreven raketten. Ford start de Henry Ford Company. Hij neemt personeel aan in ruil voor aandelen. Men werkt in een kleine fabriek van 250 bij 50 voet. Henry is afhankelijk van leveranciers en is meer een bouwer dan een fabrikant. Een groot deel van zijn succes komt door de levering van motoren van de Dodge Brothers die akkoord gingen met het opzeggen van hun contract met Olds voor wie ze motoren bouwden voor de Curved Dash. Waar Ford 12 man personeel had hadden de Dodge broers er 135. Ford kon de Dodge broers niet volledig betalen dus gaf hij hen aandelen, iets wat zij zelf al voorstelden gezien de reputatie van Henry. 10% en de rechten op al zijn bezittingen in het geval van een faillissement. In het begin bouwde Dodge de Ford's op de stoelen en banden na (waarschijnlijk ook de body's en radiateuren). Zo verdienden zijn op iedere auto en kregen daarnaast ook nog een dividend van $10.000 per jaar. Tegen deze tijd werd Henry al paranoïde en ontsloeg rood harige, nam zware jongens aan en gaf joden de schuld van alle problemen. Daarnaast werden religieuze eisen opgedrongen door huisbezoeken. Aegidius Elling bouwt een gas turbine die gebruik maakt van een centrifugale compressor die op eigen kracht werkt. Volgens de geldende definities is dit de eerste werkende gas turbine. De ALAM wordt opgericht. Packard opent zijn zeer moderne door Albert Kahn ontworpen fabriek op een terrein van 16 ha in Detroit. Voor het eerst werd gewapend beton toegepast in een industrieel gebouw. De inmiddels vervallen fabriek bestaat nog steeds, ondanks de vele branden die er zijn geweest. Pierce-Arrow bouwt zijn eerste auto, de Arrow. 

  • 1904: De USA produceert meer auto's dan Frankrijk, deze positie houden ze tot Japan in 1980 het stokje overneemt. Henry Leland richt de Cadillac Motor Car Co op door een reorganisatie van Henry Fords Detroit Automobile. Henry Ford rijd met een Model B een nieuw snelheidsrecord op het land van 91 mph, mede door de Dodge motor. Een succes dat erg winstgevend blijkt voor de firma. Ransom E. Olds richt REO Motor Car Company op, de naam is tegenwoordig eigendom van Volvo.

  • 1905: Alfred Buchi patenteert de turbocharger en start de productie van de eerste exemplaren.

  • 1903-1906: Het team van Armengaud en Lemale in Frankrijk bouwt een werkende gas turbine motor. Het gebruikte 3 aparte compressors die werden aangedreven door een enkele turbine. De compressie verhouding kon niet hoger zijn dan 3:1 vanwege de gelimiteerde turbine temperaturen. De turbine was niet gebaseerd op een Parsons achtige fan maar op een Pelton wiel-achtige constructie. De motor is zo inefficiënt met slechts 3% thermische efficiency dat het project wordt stopgezet.

  • 1904: In Frankrijk is de V8 motor inmiddels populair en wordt gebruikt in vliegtuigen en boten. 

  • 1904-1908: Minstens 240 nieuwe firma's beginnen met de productie van auto's in Amerika. In dezelfde periode koop William C Durant, een welvarende koetsbouwer, de failliete Buick Motor Car Company in zijn stad Flint, Michigan. Hij wilde de lokale economie oppeppen door ontslagen bij de Buick fabriek te voorkomen. Tegen 1908 is Buick de grootste fabrikant van de USA. Hij verkoopt 9.000 auto's tegen 6.000 van Ford.

  • 1905: Een Brush Motorcar kost $800, een Ford Model K $ 2.800 en een goed paard $150-$300. De USA produceert 25.000 auto's. Sylvanus F. Bowser vind een werkbare benzinepomp uit en opent het eerst 'vulstation'. Olds introduceert een eenvoudig model dat direct 5.000 stuks verkoopt in het eerste jaar. Het Franse Darracq bouwt een speciale auto om het wereld snelheidsrecord te verbreken. Twee race motoren werden gekoppeld aan een gezamenlijke kruk- en nokkenas. Hij had 25.4 liter aan inhoud en 200 pk. Het record werd verbroken op 30-12 met een topsnelheid van 176.46 km/u.

  • 1906:  Benzineauto's zijn nog niet 'alles', een Stanley Steamer haalt een nieuw land record voor auto's, 203 km/u.

  • 1907: Ford Motor Company is $1 miljoen waard. Henry koopt partner Malcomson uit en heeft zelf een aandeel van 55.2%. De Dodge Brothers en James Couzens blijven kleine aandeelhouders. De USA produceert nu 43.000 auto's. De krant van Parijs sponsort een langeafstandsrally voor auto's. Vijf deelnemers vertrekken uit Beijing naar Parijs op 10 juni en de winnaar komt aan op 10 augustus, hij reed een Italia. 

  • 1908: De Nieuw Zeelandse uitvinder Ernest Godward start een motorfietsbedrijf in Invercargill en rust de import motoren uit met een eigen uitvinding, een brandstof besparende carburateur. Deze werken net zo goed in auto's als in motoren. Hij werd heel veel gebruikt bij defensie en door openbaar vervoersbedrijven. Ford introduceert de Model T en hiermee neemt Amerika afscheid van de look van een koets. De Model T houd het uit tot 1927. Het moment dat de GM modellen meer gestileerd waren en de Model T wel erg antiek begon te worden. Dat was ook geen probleem na 15 miljoen exemplaren. Door het gebruik van de lopende band werd de productietijd drastisch ingekort en het duurde nog maar 93 minuten om een Model T te bouwen. Ford had een reputatie van goede kwaliteit, en krachtige auto's. Ford had ook een reputatie voor goede service en stuurde al vanaf 1904 fabrieksmonteurs het veld in. Hierdoor werd een Ford de eerste auto voor alle Amerikaanse klasses. William C. Durant richt op 16 september GM op. Het was een combinatie van o.a. Cadillac, Buick en Oldsmobile. Fords groei hield ook Durant aan het werk, hij groeide door overnames. In de eerste twee jaren waren de winsten al $ 29 en $ 49 miljoen. Durant bezat ook enkele Ford dealerschappen en had ook nog Durant-Dort Carriage Company, een bedrijf dat rond 1900 100.000 koetsen per jaar bouwde en veren, assen en andere belangrijke componenten leverde aan de auto industrie.

  • 1908: René Lorin patenteert het ontwerp voor een ramjet motor, een stuwstraalmotor zonder bewegende delen als compressors of turbines. John Willys koopt de Overland Automotive Division van de Standard Wheel Company. Robert Craig Hupp, een oude medewerker van Oldsmobile en Ford, richt samen met zijn broer Hupmobile op. In 1910 verkoopt Robert zijn aandeel alweer en richt de maar kort bestaande RCH Automobile Company op, later de Hupp-Yeats Electric Car Company.

  • 1909: In Kansas City opent George Pepperdine the Western Auto Supply Co., een postorder bedrijf dat onderdelen levert voor de Model T. De Model T werd nl. verkocht zonder banden, spatborden, dak, voorruit of verlichting. De koper kon net zoveel aan aftermarket accessoires kopen als de auto zelf gekost had. 8 Zakenmannen uit Detroit richten  op 20 februari Hudson Motor Car Company op. Het merk wordt vernoemd naar het warenhuis van Joseph L. Hudson. Hij stelde kapitaal en naam beschikbaar voor het nieuwe bedrijf. Het bedrijf was de eerste die een oliedrukmeter, controlelampjes voor de dynamo en een gebalanceerde krukas gebruikte. In de herfst had Durant bijna Ford ingelijfd maar moest de deal laten afketsen door een tekort van $ 2 miljoen voor een aanbetaling. James Couzens en Henry Ford waren al akkoord gegaan met een bod van $ 8 miljoen dat Durant hem had gedaan op 5 oktober in het Belmont Hotel, vlakbij het kantoor van Durant in New York. Ford (toen 46) leed onder zijn spit en lag op de koude badkamer vloer terwijl Durant en Couzens elders in het hotel waren. Durant zou Ford kopen en Henry zou de zon tegemoet lopen. 6 jaar na het oprichten van zijn bedrijf lag Ford letterlijk op zijn rug. De verkopen van 1908 lagen op $ 9 miljoen met een winst van $ 2.5 miljoen. Maar Ford had gegokt op de uitkomst van de rechtzaak rondom het Selden Patent van George Selden (zie elders op de site). Durant's Buick betaalde wel de fees. Niets was zeker voor Henry. Hij kon de zaak verliesen en dat op een moment dat hij flink investeerde in de fabriek.Couzens was opgebrand en had last van migraines. Durant wist dat de sterren gunstig stonden voor een overnamen. Durant hoefde Ford niet te overtuigen, het was simpelweg een kwestie van het juiste bod.

  • Durant's 8 miljoen waren een andere 8 miljoen dan die van Ford. Durant was een man van leningen en aandelen, Ford had daar geen geduld voor. Couzens gaf het bod door aan de op de vloer liggende Henry met de mededeling dat hij al akkoorrd was. Ok. zei Ford, maar wel 'goud op de tafel', oftewel in cash. De deal werd 2 miljoen in aandelen GM, 4 miljoen in 3 jaar met5% rente en 2 miljoen direct in goud (aldus een bericht van de New York Times van 10 jaar later). De New York City Bank (samenwerkend met J.P. Morgan) weigerde de lening. Feit was dat banken in die tijd niet positief waren over de auto industrie. Durant vertelde Ford dat de deal niet doorging omdat hij geen zijn had andere wegen te bewandelen. 14 maanden later bleek de rechter in het voordeel van Ford te hebben beslist in de Selden patent zaak. Hierdoor durfde Ford weer te investeren. 

1910-1929

 

  • 1910: Er waren rond de 500.000 voertuigen in de USA, daarvan waren 458.500 een auto. De industrie stond inmiddels op plaats 21 aan productiewaarde in de Amerikaanse economie en was de koetsindustrie al voorbijgestreefd in ieder economisch opzicht. De Durant-Dort Carriage Company leverde carrosseriën voor Buick. Durant kwam niet allen geld tekort maar ook goed personeel. Hij haalde Nash naar Buick en werd daar Vice President op 13 december. GM werd getroffen door een daling in de verkopen waardoor Durant gedwongen werd $13 miljoen cash te zoeken bij bankiers. De bankiers leende dit geld voor $15 miljoen en $6 miljoen in GM aandelen. De bankiers ontdeden hem ook van zijn stemrecht binnen GM en moest deze afstaan aan een trust van bankiers, daarnaast moest hij aftreden als President van GM. Ford Motor Company opende daarentegen zijn Highland Park fabriek om de onverwacht hoge vraag naar de Model T aan te kunnen. Er werden al afspraken gemaakt dat machines gesloopt en vervangen moesten worden als er efficiëntere ontwikkeld waren. Willy's-Overland produceerde 18.200 auto's en was daarmee nr. 2 achter Ford. Ford verkocht nl. 32.053 Model T's. Durant ging samenwerken met Louis Chevrolet en vormde de Chevrolet Motor Company, gesteund door Du Pont geld dat 'geregeld' was door John J Raskob, bestuurslid van de Du Pont financieringscommissie. Gesteund door het succes van Chevrolet en het geld van Du Pont begon Durant GM aandelen te kopen. Tegen 1915 hadden Durant, Chevrolet en Du Punt een meerderheidsbelang in GM waardoor het voor Durant mogelijk was om bij een GM bestuursvergadering naar binnen te lopen en de boel weer over te nemen. 

  • 1911: Nadat de vrouw van een vriend was overleden bij het starten van een auto met een slinger gaf Henry Leland een contract aan Charles Ketterings firma Dayton Engineering Laboratories Co (later Delco geheten) voor de levering van 4.000 startmotoren. Leland bouwde deze in vanaf het Cadillac modeljaar 1912. Ford wint van het Selden patent.

  • 1912: Er waren 33.842 elektrische auto's geregistreerd in Amerika. Henry Ford kan per maand al 26.000 Model T's bouwen in zijn Highland Park fabriek. Dat zelfs nog zonder de productielijnen. Ford had dus een capaciteit van 300.000 T's per jaar. Meer dan 1 op de 5 auto's (22%) was een Ford. Ford had 3.500 dealers door heel de USA. Er werden bij Ford studies verricht door Clarence Avery die leidde tot de installatie van lopende banden die onderdelen naar de werkplekken brachten. John Willys hernoemt zijn firma Willys-Overland Motor Company. Tot en met 1918 was het de grootste producent na Ford. Carl Wickman, een autodealer in Hibbing, MN, gebruikt een niet verkochte zevenpersoons Hupmobile als het eerste voertuig van wat later Greyhound zou worden. Charles Nash wil zich bij Buick meer focussen op sales en logistiek en neemt Walter P. Chrysler aan die toen bij de American Locomotive Company werkte. Zijn baas James Storrow had hem getipt contact op te nemen met Nash.

  • 1913: Rond het midden van het jaar gebruikte de Ford Motor Company lopende banden voor het assembleren van magneto's, motoren en transmissies. Hierdoor kon een magneto in 5 minuten gebouwd worden i.p.v. 20. Al snel werden de onderdelen sneller aangevoerd dan de monteurs konden bijhouden. Tegen het eind van het jaar werden touwen en ankerlieren gebruikt om het chassis naar zijn eindpunt te trekken, ook dit zorgde voor toenemende productiviteit. Het chassis kon nu in 2 uur en 40 minuten gebouwd worden i.p.v. 12,5 uur. John Willys koopt een licentie om de sleeve-valve motor van Charles Knight te kunnen gebruiken in de Willys-Knight auto's. Duesenberg wordt opgericht door twee Duitse broers. Hun auto's werden gezien als de beste uit die tijd.  

  • 1914: De beroemde uitspraak van Henry Ford dat de T alleen in iedere kleur leverbaar was, zolang het maar zwart was werd werkelijkheid. Tot 1913 was de T in allerlei kleuren beschikbaar, zwart zat daar niet eens bij. De 4 beschikbare kleuren hoorden bij een specifieke carrosserie. Zwart werd gekozen vanwege de prijs en duurzaamheid. Ford installeerde een ononderbroken keten om de chassieën door de fabriek te trekken. Aan het eind van het jaar was de bouwtijd van de T met 1,5 uur afgenomen. Henry beloofde dat hij iedereen $50 terug zou geven als aan het eind van het jaar meer dan 300.000 T's zouden worden verkocht. Aan het eind van de periode heeft Ford $15 miljoen uitgekeerd aan 308.313 mensen. Door de enorme tijdswinst bij het bouwen stelde Ford een 8 urige werkdag in met een loon van $5.  Dit verdubbelde het salaris. Hiermee hielp hij de markt van de Model T koper. Zijn eigen medewerkers. Het kwam overeen met een weeksalaris van een Britse fabrieksarbeider. De koopkracht was dus 2x die van andere Amerikaanse arbeiders en 6x die van Britse (uitgaande van een 6-daagse werkweek). Cadillac bouwde de eerste (5.4) V8 motor. Er werden er direct 13.000 van verkocht in het eerste jaar. Na de oprichting van de Dodge Brothers Motor Company in 1913 bouwt Dodge zijn eerste auto, de Model 30 in november. Deze auto heeft veel zaken standaard gemaakt, compleet stalen carrosserie, hoewel deze reeds in 1911 gebouwd werden door Stoneleigh en BSA, 12-volt elektra, pas vanaf de jaren 50 gemeengoed, 35 pk, in tegenstelling tot de 20 pk van de Model T en een glijdende tandwieloverbrenging. Door de inmiddels bekende kwaliteit van de Dodge producten stonden ze al op nr. 2 in 1916. Het eerste verkocht men er slechts 250 maar het jaar erop al 45.000. De prijs was echter wel het dubbele van een Model T. Naast de auto's bouwde Dodge ook de eerste testbaan bij een fabriek om de kwaliteit te kunnen waarborgen. Nog voordat de productie was gestart had men al 22.000 aanvragen voor een dealerschap. Toen men vroeg waarom Dodge Ford liet gaan schijnt John Dodge gezegd te hebben 'denk eens aan al die Ford eigenaren die strak een auto willen'. John Willys koopt de Electric AutoLite Company en richt in 1917 de Willys Corporation op om als holding maatschappij te fungeren. 

  • 1915: Sinds 1911 heeft Durant's Chevrolet 16.000 auto's geproduceerd. Durant bied GM aandeelhouders 5 aandelen Chevrolet voor ieder aandeel GM. Western Auto Supply Co, de Model T specialist, verkocht voor $229.000 aan onderdelen en opende naast de fabriek in Kansas City een tweede fabriek in Denver om de vraag bij te kunnen benen. Een autoband had een levensverwachting van 9 maanden, tegen 1930 was dat 2,5 jaar. De jaarproductie in de USA bedroeg 800.000 auto's. Er rijden dan ook al 2  miljoen auto's in Amerika rond. Willys-Overland produceert er 91.780 van en is nog steeds de nr. 2. Henry Ford chartert de SS Oscar II en noemde het het 'Peace Ship'. Hij zeilde er mee naar Europa met een groep anti-oorlogs activisten en wilde onderhandelen over vrede. Hij zei: 'Ik krijg de jongens uit de loopgraven voor kerstmis'. De publieke schaamte over deze (uiteindelijk mislukte) vredesmissie leidde ertoe dat James Couzens zijn functie neerlegde, hij behield wel zijn aandelen. 

  • 1916: Auguste Rateau suggereerd het gebruik van uitlaatgas aangedreven compressors om prestaties op grotere hoogtes te verbeteren. Dit werd het eerste voorbeeld van een turbocharger. Oldsmobile bouwt zijn eerste (4.0) V8 auto. Alfred P. Sloan verkocht de zeer winstgevende Hyatt Roller Bearing Company aan GM voor $13.5 miljoen. De verkoop maakte Sloan een rijk man. Hij was echter meer geïnteresseerd in een functie als leidinggevende binnen de gigantische GM organisatie. Hij trad toe tot het bedrijf als president van United Motors, een onderdelen producent. De 4 jaar erna waren een strijd voor Sloan. Hij had nogal moeite met de flamboyante stijl van Durant. Toen Pierre S Du Pont (chemiemagnaat) echter in 1920 toetrad om GM te redden zag hij al snel de managementskwaliteiten van Sloan. Du Pont en Sloan zouden GM's industriële grootheid creëren in de jaren 20. Onder andere de Dodge Brothers klaagden Henry Ford, die 55,2% van de Ford Motor Company bezat, aan vanwege het niet uitbetalen van dividend op de aandelen. Dit stond voor hen gelijk aan $1 miljoen per jaar. Henry was niet blij dat de Dodges auto's bouwden van zijn dividend. Ford stak alle winst in expansie, de nieuwbouw van de River Rouge fabriek en verving hiermee de Dodge Brothers en hun personeel met eigen personeel dat makkelijker onder controle was te houden en op ieder moment vervangen on worden. De rechtbank gaf de Dodge Brothers en andere aandeelhouders gelijk. Dit maakt Ford zo boos dat hij een list verzon over zijn vertrek bij Ford en een compleet nieuw bedrijf te starten om te concurreren met Ford met een kleinere goedkopere auto zodat de aandelen minder waard zouden worden, tenzij de Dodge Brothers en andere kleine aandeelhouders hun aandelen aan hem zouden verkopen. Schoorvoetend deden zij wat Ford wilde, ze hadden al door dat het bedrog was, mede gezien door een vreemd laag bod van 7.500 per aandeel van een mysterieuze partij. O.a. de Dodge Brothers en James Couzens verkochten hun aandelen, niet wetende wat Ford anders zou doen. De Dodge Brothers kregen $25 miljoen (12.500 per aandeel). Henry Ford en zijn vrouw en zoon kwamen als winnaars uit de bus en werden de eigenaren van de Ford Motor Company die op dat moment een half miljard dollar waard was. Andere fabrikanten boden kredieten aan op hun auto's omdat ze anders niet konden concurreren met Ford. De Amerikaanse jaarproductie oversteeg voor het eerst de miljoen. Meer dan de helft waren Model T's. Ford verkocht er 734.811, per 1 augustus kostte een runabout $345. Het verbruik van een model T was 20 mpg (± 1 op 8,5). Durant grijpt de leiding bij GM maar hierdoor komt Charles Nash in een lastig vaarwater. Durant bied hem een salaris van $ 1 miljoen om te blijven maar hij slaat het af. De nu voormalig GM president wilde Packard kopen samen met James Storrow (ex-GM president voor twee maanden en later lid van de raad van bestuur tot en met 1916 ) en Walter Chrysler die ook weg was gegaan nadat Durant terug was bij GM. Nash hoorde dat de erfgenamen van de Jefferey Motor Company met pensioen wilden.  Hij kocht dus de Thomas B. Jeffery Company, hun bekendste model was de Rambler. Durant haalde Chrysler terug voor 3 jaar met een ongehoord salarisvoorstel. Chrysler kreeg een aanbod van $10.000 per maand ( nu $165.000) met een $500.000 bonus aan het eind van het jaar of aandelen. Hij mocht Buick runnen zonder invloed van iemand anders. Walter liet William het aanbod herhalen en hapte meteen toe. De Dodge Brothers runde een modern bedrijf dat een medische kliniek had, een sociale afdeling en een afdeling genaamd 'playpen' waar men in eigen tijd dingen mocht repareren of zelfs uitvinden. Schril contrast met Henry Ford's zware jongens en zo.

  • 1917: Chevrolet introduceert zijn eerste V8, een 4.7 liter. Na het samengaan met GM in 1918 werd dit weer stopgezet en werd er gefocust op meer economische modellen. De kleppen waren zichtbaar bij deze motor. Pas in 1955 produceerde Chevrolet weer een V8, een small-block. Er reden inmiddels 4,8 miljoen voertuigen in Amerika en slechts 720.000 in de rest van de wereld. Charles Nash hernoemt zijn bedrijf Nash Motors. Hij kreeg een inkoop contract van de overheid voor het leveren van vrachtwagen voor de war effort. Hiermee werd Nash de grootste producent van trucks in de USA.

  • 1918: Henry Ford draagt formeel de leiding van de Ford Motor Company over aan zijn zoon Edsel. Hij bleef zich echter hevig bemoeien met het bedrijf en liep Edsel veelvuldig voor de voeten.

  • 1919: Hudson introduceert budget merk Essex om te concurreren met Ford en Chevrolet. Willys-Overland wordt getroffen door een grote staking die maanden duurt. Chrysler neemt na 3 jaar ontslag als directeur van Buick en Durant koopt zijn aandelen GM terug voor $ 10 miljoen. Hij begion bij Buick in 1911 met $ 6.000 per jaar en ging weg als één van de rijkste mensen van de USA. Niet veel later werd hij gevraagd door bankiers om hun investeringen in Willys-Overland te redden. Hij noemt een salaris van $ 1 miljoen per jaar en mag aan de slag. Hij maag twee jar lang doen wat hij wil. Ongeacht de uitkomst zou hij betaald worden. Binnen no-time maakt hij Willys-Overland weer gezond.

  • 1920: William Joseph Stern rapporteert aan de The Royal Air Force dat er geen toekomst is voor turbines in vliegtuigen. Hij baseert zijn argument op de lage efficiency van de bestaande compressor ontwerpen. Door Stern's verhevenheid is zijn rapport zo overtuigend dat er weinig interesse in turbines is. Dit zou echter niet lang duren. Hydraulische vierwiel remmen werden geïntroduceerd. De jaarproductie van auto's was reeds 2,3 miljoen, Frankrijk produceerde er 40.000 en was daarmee de nr. 2. Totale wereldproductie was 2.4 miljoen. Dodge is nog steeds de No. 2 in de verkopen. Beide broers overlijden in hetzelfde jaar aan de Spaanse griep. Het bedrijf kwam in handen van de weduwen van de broers en zijn schoven Frederick Haynes naar voren als nieuwe president. Gedurende de jaren 20 zakt Dodge terug naar plek 7 in de verkopen. Dodge raakte bekend door de bouw van lichte vrachtwagens waarnaast zij ook vrachtwagens van de Graham broers uit Indiana market. De Graham broers zouden later Graham-Paige en Graham auto's bouwen. De recessie bracht John Willys op zijn knieën. De investeerders schakelden Walter P. Chrysler in om orde op zaken te stellen. Hij was met pensioen gegaan na vele aanvaringen met Durant. Hij had geen nieuwe baan en geen extra geld nodig, hij had goed verdient met aandelen GM en spoorwegen. Hij vroeg en kreeg het ongelofelijke salaris van $1 miljoen per jaar voor het 2 jarige contract. Ook zou hij betaald worden wat de uitkomst ook was. De Willys Six werd als eerste geschrapt, het model was een nachtmerrie. Er was een plan van drie jonge ingenieurs maar dat werd aan de kant gezet door de investeerders. Willys wilde zo snel mogelijk weer de controle hebben over het bedrijf. Chrysler echter wilde het nieuwe model zelf hebben en adverteerde het model al als Chrysler Six, een product van de Willys Corporation.   

  • 1921: Maxime Guillaume patenteert de 'axial-flow gas turbine'. Deze gebruikt verschillende stappen in de compressor en turbine gecombineerd met een enkele grote verbrandingskamer. Voor de 2e keer moet Durant GM verlaten. Ford heeft op dat moment 61% van de Amerikaanse markt in handen. GM's marktaandeel was slechts 12%. Durant kreeg $7 miljoen bij elkaar en vormde Durant Motors Inc. door de boedel van de failliete Locomobile Corp in Bridgeport, Connecticut te kopen. Durant had nog steeds zijn zakelijke magie en hij had al snel een extra $5,5 miljoen bij elkaar om de modernste fabriek van Amerika te kopen die het failliete Willys-Overland naliet, de Elizabeth fabriek. Deze was van Duesenberg en werd gebruikt voor oorlogsproductie. Hierbij werd ook het prototype van de Chrysler Six (A product of the Willys Corporation) werd gekocht. Chrysler wilde ook de boedel van Willys overnemen en deed een bod op de aandelen. De aandeelhouders zette Chrysler aan de kant. Zijn idee backfired. Hij was echter ook benaderd door de Maxwell Chalmers Motor Company die ook het water aan de lippen had staan.  De aandeelhouders van Willys stonden toe dat Chrysler ook daar zijn diensten zou gaan verlenen. Hij had er toch voor gezorgd dat het tekort van Willys van $48 miljoen was teruggebracht naar $18 miljoen en hij vertrok in 1921 met het geld in de zak. Om geld bij elkaar te krijgen voor Willys werden enkele Willys onderdelen geveild. Chrysler stuurde een vertegenwoordiger naar de veiling en hij mocht niet meer dan $5 miljoen bieden voor de $14 miljoen fabriek in Elizabeth. De concurrentie was echter heviger dan gedacht en Durant koopt de fabriek voor $5,2 miljoen. De verkoop van de New Process Gear Company leverde ook $10 miljoen op. De Durant fabriek ging de goedkope 1922 'Star' bouwen voor $348 en het Chrysler Six model werd de 1923 Flint. Het model was echter niet te vergelijken met het ontwerp van de 3 jonge ingenieurs. Ford ging gewoon onder de prijs van de Star zitten en dreef Durant van de markt. Met de $15,2 miljoen kon John Willys alles weer op de rit krijgen en zijn bedrijf voortzetten.

  • 1922: In het eerste volledige jaar onder Sloan verkoopt GM 457.000 voertuigen en maakt een winst van $61 miljoen. Op aandringen van Edsel Ford koopt de Ford Motor Company de nieuwe Lincoln Motor Co. van Henry Leland die het merk stichtte in 1921. GM's management vertrouwd Chevrolet toe aan een ex Ford medewerker, William Knudsen. Met assemblage lijnen en de kleurrijke verven van Du Pont maakt Knudsen Chevrolet competitiever, vooral tegenover Ford. In 1922 werden de eerste ballon banden geïntroduceerd voor auto's. John Willys krijgt het bedrijf weer in de zwarte cijfers.

  • 1923: Edgar Buckingham van het 'United States National Bureau of Standards' publiceert een rapport over jets. Hij komt tot dezelfde conclusie als W.J. Stern. De turbine motor is niet efficiënt genoeg en verbruikt 5x zoveel brandstof als een zuigermotor. Yale vind de elektrische heftruck uit. In Chicago koopt de directuer van Yellow Cab, D. Hertz, een kleine verhuurfirma die was opgericht in 1918 en creëerde het Hertz Drive-Ur-Self systeem. Voor het eerste werden er ook meer gesloten dan open auto's verkocht. De helft van de auto's werd inmiddels gekocht op krediet. Amerika produceerde nu 3.7 miljoen auto's. De Model T nam 52% hiervan voor zijn rekening. Amerika heeft 13 miljoen auto's en er zijn 108 firma's die auto's bouwen. Hiervan zorgen 10 bedrijven voor 90% van de productie. GM verkocht 800.000 voertuigen en had een winst van $80 miljoen. Du Pont verving Durant door Sloan waardoor die zijn droom waar kon maken als hoofd van GM.

  • 1924: Walter Chrysler introduceerde bij Maxwell Chalmers zijn eigen versie van de Chrysler Six. Hij leent hiervoor $5 miljoen bij Chase Securities. Voor het 2e jaar produceerde Ford meer dan 2 miljoen Model T's. De prijs zakte naar $290. Meer dan de helft van de auto's op de wereld was een Model T. De eigenaren van Auburn verkopen het merk aan E.L. Cord. 

  • 1925: De Hesselman motor van de Zweedse ingenieur  Jonas Hesselman wordt gepresenteerd. Het is de eerste toepassing van een direct ingespoten benzine motor met een vonkontsteking. De Maxwell Car Company werd de Chrysler Corporation. Van de Maxwell verkocht Walter P. Chrysler er al 80.000 verkocht in 1925. Ook verkocht hij 32.000 auto's onder de Chrysler naam. Hij maakte een winst van $17 miljoen en betaalde meteen Chase weer terug. In Waltham, Mass. ontwikkeld Francis Davis de eerste effectieve stuurbekrachtiging die hij inbouwde in een Pierce-Arrow van 1921. De eerste succesvolle systemen werden in de 2e wereldoorlog in vrachtwagens ingebouwd, de eerste productiemodellen werden pas vanaf 1951 voorzien van stuurbekrachtiging. Brandstofverbruik in Amerika is 473 gallon per jaar. De Model T Roadster kost nog maar $ 260. 10.000 dealers verkopen de Model T. De Dodge weduwen verkopen het bedrijf aan de investeringsmaatschappij Dillon, Read & Co voor $146 miljoen, de grootste transactie ooit. Op 1 oktober koopt Dodge Brothers Inc. 51% van Graham Brothers voor $13 miljoen. Op 1 mei koopt men de rest. De Graham broers bekleden tot hun vertrek in 1927 management functies. Het merk Graham Brothers zou blijven bestaan tot de overname door Chrysler in 1929. Wilhelm Pape patenteerd een ontwerp voor een constant volume motor. John Willys koopt de F.B. Stearns Motor Company uit Cleveland en start de bouw van de luxe Stearns-Knight auto. Zij zorgen voor flinke winsten. De auto's staan op gelijk niveau met Pierce-Arrow en Duesenberg.

  • 1926: Alan Arnold Griffith publiceert zijn baanbrekende scriptie 'Aerodynamic Theory of Turbine Design' die het lage vertrouwen in straalmotoren zou opkrikken. Daarin toont hij aan dat de bestaande compressors niet goed genoeg zijn en dat er belangrijke verbeteringen kunnen worden aangebracht door de bladen niet vlak te maken, maar een draagvlak te geven. Hij toont daarna wiskundig aan dat een praktische motor zeker mogelijk is en laat dat zien door een turboprop te bouwen. Robert Goddard lanceert de eerste vloeistof aangedreven raket. De productie van Overland werd stopgezet en werd opgevolgd door het merk Whippet. Willys brengt hiermee een kleine 4 cilinder auto op de markt waarmee hij denkt Ford te kunnen verslaan. De prijzen lopen van $525 tot $850. Tijdens de introductiedag bezochten 14 miljoen mensen de showrooms van Willys. De verkopen gingen de goede kant op. De kleine motor met 35 pk kon de auto goed aan, deze was licht en smal. De motor was een belangrijke, ookal wist men dat nog niet. Deze 'go-devil' zou later 10.000-en Jeeps aandrijven. Door o.a. deze auto wees Edsel Ford zijn vader er telkens op dat hij moest vernieuwen. Tegen 1929 waren er al 320.000 gebouwd met een winst van $187 miljoen. Armory Haskell richt de Triplex Safety Glass Co. op, gebaseerd op een patent uit 1910 dat hij kocht van de uitvinder. Veiligheidsglas kostte $8,80 per 0,1 m2. $200 dollar voor al het glas in je Cadillac. Henry Ford had interesse in het product en financierde het bedrijf. In Amerika produceren nog maar 43 bedrijven auto's. Geen enkele nieuwe Amerikaanse fabrikant trad nog toe tot de markt na dit jaar. GM introduceert Pontiac als merk naast Oakland. Amerika produceert 4 miljoen auto's. Door stevige concurrentie van Chevrolet verkoopt Ford de Model T met startmotor voor $350. 10 Jaar geleden ongekend, maar financiering van autoaankopen was heel normaal geworden. Aankoop op afbetaling betrof inmiddels 2/3 van alle verkopen. Met de auto voorop is kopen op afbetaling hard opweg de standaard te worden in Amerika voor alle luxe producten. E.L. Cord, eigenaar van Auburn Automobile koopt Duesenberg. 

  • 1927: Aurel Stodola publiceert zijn "Steam and Gas Turbines". Dit word de referentie voor jet propulsie ingenieurs in de USA. Tussen 1927 en 1930 koopt Chevrolet 650.000 gebruikte auto's op en vernietigd deze. Dit in een poging de nieuwverkopen een impuls te geven. Het was ook het laatste jaar voor de Model T. De verkopen lagen nog maar op 1/2 van het jaar ervoor. Er zouden totaal 15.458.781 Model Ts gebouwd worden. Zelfs voor $ 200 kon Ford ze niet meer verkopen. Mensen kochten liever een gebruikte auto met meer opties. Amerika telde al 20 miljoen auto's. Ford ontsloeg 100.000 werknemers. Ford sloot daarna gewoon de fabrieken en begon alles om te bouwen voor de productie van de Model A. De Amerikaanse auto-industrie was nu nr. 1 in economische waarde en nr. 3 voor export. Er was één auto per 4,5 Amerikaan en 55% van de families had een auto. Het aantal bedrijven dat betrokken is bij de auto-industrie loopt terug van 108 naar 44. De fenomenale groei van de afgelopen 20 jaar was voorbij. De markt was verschoven naar gebruikte auto's en deze speelde dan ook een grote rol in de autoverkopen. De markt voor nieuwverkopen was verzadigd. De verkopen van gebruikte auto's overtroffen die van de nieuw- en vlootverkopen. Tweedehands auto's in perfecte staat kostte evenveel als een Model T en de stijlvolle Chevrolets kosten maar $200 meer dan een Model T. Voor de eerste keer overtroffen de verkopen van Chevrolet die van Ford. Dodge, No. 7, wordt verkocht door Dillon, Read & Co aan Chrysler vanwege dalende verkopen door het gebrek aan kennis van de automarkt en slechte beslissingen. De Graham broers kopen de Paige-Dtroit Motor Company, fabrikant van Paige en Jewett auto's, voor $4 miljoen. Zij leverden Graham-Paige auto's en voor korte tijd licht vrachtwagens tot Dodge hen er aan herinnerde dat dit door de verkoop van Graham Brothers niet mocht. Men had wat succes in de racerij en men maakte eigen motoren en carrosserieën. Alfred P. Sloan ziet gaten ontstaan in de prijsrange van GM en vult het gat met het nieuwe Merk LaSalle. Dit merk zit net onder Cadillac. Harley Earl ontwerpt de auto als een stijlvoller slanker model dan een Cadillac. 

  • 1928: Chrysler adverteerde met een 112 pk Chrysler Imperial 80 als 'meest krachtige auto'. Stutz reageert daarop met een 113 pk model. Chrysler motors introduceert het merk Plymouth om te concurreren met Chevrolet en Ford. Ze hebben een hoge compressie motor en hydraulische remmen op alle 4 wielen. Plymouth zou blijven bestaan tot en met 2001. Al vanaf de jaren '70 tot de laatste jaren was het merk een mengelmoes van Chrysler, Dodge en Mitsubishi modellen. Door het verliezen van een eigen identiteit besloot Chrysler het merk te stoppen. De Prowler was het laatste eigen model van Plymouth, de PT Cruiser zou als Plymouth uitgebracht worden. Door het wegvallen van het merk werd het model als Chrysler uitgebracht. Op 4 augustus 1928 wordt DeSoto geïntroduceerd voor het 1929 modeljaar om te concurreren met de middenklasse modellen van Studebaker, Willys en GM. Net na de oprichting werd de aankoop van Dodge afgerond. Hiermee had men twee merken in de middenklasse. Studebaker krijgt de leiding bij Pierce-Arrow. Beide bedrijven bleven zelfstandig in de markt en werden er niet slechter van. Pierce-Arrow kreeg meer dealers. De oude 6 cilinder motor werd uitgefaseerd en opgevolgd door een L-Head lijn 8 motor. 

  • 1929: Door de depressie vielen enkele merken van Willys weg. Stearns-Knight, opgericht in het midden van de jaren 20, werd als eerste opgeheven. John Willys trok zich plotseling terug als president. Hij verkocht zijn aandelen voor $25 miljoen. Hij bleef wel aan als bestuurslid. Hij was weg voordat op 29 oktober de beurs crashte. In Amerika worden 4.5 miljoen auto's verkocht. GM verkoopt daarvan 1.9 miljoen voertuigen met een netto winst van 248 miljoen na belastingen. De depressie drukt de winsten zodanig dat er in 1932 maar 1/3 overblijft van deze record winst. GM overleefde de depressie goed en betaalde ieder jaar dividend uit. In 1939 zat men weer op het niveau van 1929. De grote kapitalen die benodigd waren om auto's te bouwen volgens het massaproductie systeem zorgde voor een flinke uitval binnen de industrie. De grote drie zorgen voor 80% van de verkopen. In het laatste jaar van de grote groei produceerde men 5.3 miljoen voertuigen, dit werd pas in 1949 weer gedaan. Er reden 26.7 miljoen voertuigen in Amerika en men legde 317 miljard km's af. Ieder jaar. Hudson en Essex produceerde 300.000 auto's in 1 jaar, dit inclusief fabrieken in België en Engeland, waarmee het na Ford en Chevrolet de grootste autofabrikant was van dit jaar. E.L. Cord richt zijn eigen merk 'Cord' op en bouwt de eerste voorwiel aangedreven auto beschikbaar voor het publiek. Durant Motors verliest veel van zijn geld tijdens de beurs crash. William was één van de grootste 'players' en probeerde in zijn eentje het vertrouwen in de markt terug te winnen door aandelen te kopen om aan te geven dat er nog vertrouwen was in de beurs. Dat plan mislukt en hij verloor hierbij zijn laatste vermogen. Nash was no. 4.

1930-1963

 

  • 1930:  Jaarproductie valt door de depressie terug naar 2.4 miljoen. In Brittannië, waar de auto nog steeds een luxe artikel was, werden 237.000 auto's gebouwd, hiermee nam men de 2e plaats over van Frankrijk, daar werden 230.000 auto's gebouwd. Nieuwkomer Japan produceerde er 500. Totale wereldproductie was 4.1 miljoen. Brandstofverbruik was in Amerika gemiddeld 599 gallon per auto per jaar. John Willys wordt ambassadeur van Polen. Willys brengt een 8 cilinder model uit, slechter kon het niet getimed worden....

  • 1931: Whippet werd opgeheven en hernoemd naar Willys. Amerika had inmiddels 830.000 mijl aan asfalt snelwegen en men reed dan ook al 347 miljard km met 26 miljoen voertuigen. De laatste modellen van het merk Durant rollen van de band. Durant heeft geprobeerd met Star, Durant en Locomobile een concurrent te zijn voor GM. Helaas lukt hem dit niet. Zelfs zijn laatste bedrijf, een bowlingbaan gaat binnen één jaar failliet. Hij leeft de rest van zijn leven (1947) op een GM pensioen geregeld door Alfred Sloan en giften van Walter Chrysler. Hij verloor nooit zijn waardigheid en charme.

  • 1932: Pontiac levert een jaar lang de V8 van voorganger Oakland. Deze V8 werd al snel vervangen door de soepelere lijn 8. In juni voert Sloan overleg met het GM managementteam om Cadillac op te heffen. Het idee was om Packard te volgen en lager in de markt te gaan verkopen. LaSalle zou dan het topmerk worden van GM. Een jonge ingenieur, Nicholas Dreystadt, vroeg om 10 minuten waarin hij een voorstel deed om de Cadillac lijn te redden. Zoals zovele autofabrikanten werd er gediscrimineerd bij de verkopen. Cadillacs werden niet verkocht aan zwarten. Dreystadt vertelde dat veel invloedrijke zwarten toch Cadillacs kochten, vaak via een blanke vriend. Waarom dan niet ook aan zwarten verkopen? In dit laag volumige maar hoge marges kennende segment is een kleine uitbreiding van de markt al winstgevend. Dreystadt kreeg 18 maanden om het te proberen. Tegen 1934 was Cadillac alweer winstgevend en rond 1940 waren de verkopen met 1000% toegenomen. Naast een kleine stap in het opheffen van discriminatie in marketing werd het Dreystadt initiatief ook gezien als het eerste effectieve voorbeeld van niche marketing in de auto industrie. Hudson faseert Essex uit ten faveure van Terraplane. In 1932 en 1933 werden de modellen nog als Essex-Terraplane geleverd, vanaf 1934 alleen als Terraplane. Ter promotie werd Amelia Earhart ingezet. Willys trekt zich terug van de Canadese markt. Nash heeft met de Ambassador een kwalitatief goed product in handen dat zelfs de bijnaam de Kenosha Duesenberg krijgt. Nash trad terug als president en wilde George W. Mason als executive vice president maar moest daarvoor Kelvinator kopen.

  • 1933: Willys-Knight productie wordt opgeheven en wederom gaat het bedrijf bijna failliet. Willy keert direct terug om het bedrijf te redden. Pierce-Arrow toont de Silver Arrow aan het publiek. Deze superluxe auto's kosten tijdens de hoogtijdagen van de depressie $10.000. Er worden er dan ook slechts 5 verkocht. De auto werd bij Studebaker gebouwd. Zij hielpen ook om een goedkopere, kalere versie te bouwen, helaas hielp dit niet. De verkoopslogan was 'Suddenly it's 1940'.  Door de crisis stopt Marmon met de autoproductie. Het merk heeft de binnenspiegel geïntroduceerd. 

  • 1934: In Engeland was Morris Motors de eerste Britse fabrikant die gebruik ging maken van de lopende band. Inkomensverdeling, de beschikbaarheid van een goede alternatieve vervoerssystemen en de Britse nadruk op kwaliteit zorgde ervoor dat de markt voor auto's beperkt was. Voor die tijd had geen enkele fabrikant de verkoopcijfers die massaproductie konden rechtvaardigen. De definitie van de auto als luxe product hield de Britse traditie van kleinschaligheid in stand.

  • 1935: Oklahoma city werd de eerste stad in de wereld waar parkeermeters kwamen, de autoproductie vanaf 1900 betrof reeds 50 miljoen voertuigen. Er was één auto per 5 Amerikanen. De vakbond voor assemblage medewerkers van autofabrikanten werd opgericht, de 'United Automobile Workers'. John Willys overlijd aan een hartaanval net nadat hij na zijn scheiding weer terug kwam uit Polen om zijn oude bedrijf weer te leiden.

  • 1936: De Franse ingenieur René Leduc herontdekte het ontwerp van René Lorin's en demonstreert met succes 's werelds eerste werkende stuwstraalmotor. Willys-Overland Motor Company reorganiseert en wordt Willys-Overland Motors. Durant ging failliet met $1 miljoen schuld en $250 aan bezittingen. Met slechts 22% van de markt in handen was Ford teruggezakt naar plek 3. GM had 43% en Chrysler 25%. Samen hadden ze dus 90% van de markt. Vanaf 1936 bouwt Pierce-Arrow een aantal caravans, de Pierce-Arrow Travelodge. Ook werd een superluxe snelle en veilige V12 auto gebouwd. De Rio Grande Southern Railroad bouwt 5 Pierce-Arrows en 5 Buicks om voor gebruik op het spoor. Deze bestaan nog allemaal. Het reddingsplan voor Willys wordt alsnog goedgekeurd. Al het vastgoed gaat naar een nieuwe BV, Willys Real Estate Realization Corp. De overige bedrijven viellen onder Willys-Overland Motors Inc. De niet gebruikte gebouwen werden verhuurd. Het bedrijf bleef winstgevend maar niet zoals vroeger.

  • 1937: De eerste succesvolle run van Sir Frank Whittle's gas turbine met straalaandrijving. GM erkent de UAW vakbond als een collectieve onderhandelingsgroep. Dit na een sit down staking die uit de hand liep.  In maart test Hirth-Heinkel Versuchsbau de HeS1 experimentele waterstof centrifugaal straalmotor. Door het faillissement van E.L. Cord's imperium stopt Duesenberg met de productie. Tussen 1938 en 1940 werden de twee laatste modellen gebouwd. Ook de productie van de Cord en Auburn modellen stopt.  Charles Nash draagt zijn bedrijf over fuseert tot Nash-Kelvinator.

  • 1938: Joseph W. Frazer stapte over van Chrysler naar Willys. Hij wilde graag de 4 cilinder motor verbeteren zodat deze het misbruik aan kon die de Jeep zou krijgen in de 2e wereldoorlog. Ex-Studebaker ingenieur Delmar Roos had twee jaar nodig om de motor die maximaal 2 uur kon lopen 150 uur te kunnen laten lopen. Het lukt uiteindelijk, de 'Go Devil' was klaar voor de oorlog. De industrie had nog steeds last van de depressie en produceerde slecht 2.5 miljoen voertuigen. Brittannië produceerde ruim 10% van de wereldproductie van 4 miljoen, nl. 445.000. Japan produceerde er 24.000. Pierce-Arrow was de enige luxe autobouwer die geen goedkoper model had gebouwd om geld te verdienen. Hierdoor moest het bedrijf faillissement aanvragen in 1938. Alle eigendommen werden geveild op 13 mei 1938. Graham-Paige liet een nieuw model ontwerpen dat overal goed ontvangen werd en vele prijzen won, het publiek vond het model minder mooi. In 3 jaar tijd werden er tussen de 6.000 en 13.000 verkocht. Edsel Ford lanceert het nieuwe merk Mercury om ook modellen tussen het goedkope Ford en het luxe Lincoln te kunnen verkopen. Het merk werd opgeheven in 2010. De laatste jaren waren het veelal Ford modellen met een Mercury logo. In het begin waren Mercury's snelle auto's, dit werd in 2003 even herhaald met de Marauder. 

  • 1939: De Heinkel He 178 V1, een turbojet prototype vliegtuig maakt zijn eerste vlucht aangedreven door een HeS 3 motor. GM Introduceert de eerst succesvolle automatische transmissie, de Hydra-Matic. Exclusief leverbaar bij Oldsmobile. Dit was een test, mocht het fout gaan wilde men de goede naam van Cadillac, Standard of the World, niet om zeep helpen. De verkopen gingen zo goed dat vanaf 1941 ook Cadillac's leverbaar waren met een automaat. De grote drie had wederom 90% van de markt, de overige 10% was verdeeld over Hudson, Nash, Packard, Studebaker en Willys-Overland. Graham-Paige maakte een deal met Hupp Motor Co. Men zou samen met Huppmobile op basis van de Cord 810/812 een model gaan bouwen. Om in business te blijven had Hupp de mallen van Cord gekocht maar het ontbrak aan geld om de auto te bouwen. Graham ging akkoord om de Hupmobile Skylark te bouwen terwijl zij gebruik mochten maken van de mallen van de Cord voor een eigen model, de Hollywood. De ontwerper van de Lincoln Zephyr, John Tjaarda, ontwierp het model. De verzonken koplampen en grote motorkap verdwenen helaas. Het nieuwe model had losse koplampen en achterwielaandrijving. Bestellingen liepen binnen, helaas waren er productieproblemen waardoor de levertijd enorm opliep. Hierdoor sloot Hupmobile de deuren. 

  • 1940: 11 Juli geeft de overheid de opdracht aan 135 fabrikanten om een voertuig te maken die zou voldoen aan de eisen van defensie. Men kreeg 11 dagen voor het ontwerp en daarna 49 dagen om een prototype te bouwen, waarna binnen 75 dagen 70 voertuigen afgeleverd moesten worden. Alleen American Bantam en Willys-Overland deden een bod. Bantam kreeg de order, ondanks het lagere bod van Willys-Overland, omdat zij zich hadden verplicht het prototype en de 70 testvoertuigen op tijd te leveren. Bantam had niet de financiële stabiliteit om een goede aanvoer van voertuigen te garanderen. De overheid gaf daarom de blauwdrukken ook aan Willys en Ford. Zij konden tijdens de test van de Bantam kijken of er verbeteringen nodig waren. Fords verbeteringen werden doorgevoerd op de Willys. In november leverde ook Ford en Willys hun prototypes (de Pygme en de Quad). De druk bij defensie lag echter al zo hoog dat alle drie partijen de opdracht kregen 1.500 stuks te bouwen. De Bantam heette de BRC 40, de Willys de MA (Military model A) en de Ford GP (Government Passenger car).  Na de levering van de laatste BRC 40 stopte Bantam met productie. Landelijk brandstofverbruik in Amerika was gemiddeld 733 gallon per jaar. GM stopt met de LaSalle lijn van modellen. Ondanks dat het merk beter verkocht dan Cadillac. Men had geleerd van de Packard One Twenty en wilde voorkomen dat een goedkoop model de naam van het merk naar beneden zou halen. Men kocht prestige, en dus Cadillac. De Packard One Twenty verkocht 72% meer dan de andere modellen. GM wilde dat lot niet voor Cadillac en derhalve besloot men te stoppen met LaSalle en de modellen voor 1941 bij de andere merken uit te brengen. 

  • 15 May 1941: De Gloster E.28/39 is het eerste Britse straalaangedreven vliegtuig dat vliegt. Het maakt gebruik van de Power Jets W.1 turbojet ontworpen door Frank Whittle en anderen. 

  • 1941: In juli 1941 wilde defensie de productie van de Jeep standaardiseren en besloot men 1 fabrikant de volgende order van 16.000 stuks te geven.  Per voertuig werd er $740 betaald. Willys kreeg de opdracht, ook vanwege de 'Go Devil' motor. Inmiddels heette het voertuig MB. In oktober werd het al duidelijk dat Willys-Overland niet genoeg GP's (general purpose) kon maken. Ford kreeg ook een contract. Ford maakte 280.000 GPW's (W voor Willys) en Willys-Overland bouwde er 363.000. 51.000 stuks zijn naar Rusland gegaan via een lease contract. Rond deze tijd loopt GM's hoofd ontwerper, Harley Earl, in de hangar van Lockheed waar hij de nieuwe P-38 Lightning zag. Dit vliegtuig inspireerde Earl voor het design van de nieuwe naoorlogse auto's. De propellers kwamen tot uiting in de bumperpunten die al snel 'Dagmars' heette naar de rondborstige TV persoonlijkheid van die jaren. De staartvinnen kwamen voor het eerst voor op de 1948 Cadillac. Dit was het begin van de vinnen die hun piek bereikten in 1959 en 1960. Hierna was het snel afgelopen met deze design elementen. Mede door de opvolging van Earl door Bill Mitchell. Ford werd door het National Labor Relations Board gedwongen collectieve onderhandelingen mogelijk te maken.

  • 1942: Max Bentele , Duitsland,  ontdekt dat bladen van turbines kunnen breken als de vibraties binnen het resonantiebereik vallen. Een fenomeen dat in de USA reeds bekend is. De Amerikaanse auto-industrie produceert 20% van het oorlogsmaterieel met een totale waarde van $29 miljard.

  • 1942: 18 Juli, de Messerschmitt Me 262 met straalaandrijving vliegt voor het eerst.

  • 1945: De eerste Volkswagen wordt geproduceerd en zal nog lang in productie blijven en het productiesucces van de Model T overtreffen. Het rijdend wagenpark van Amerika was sterk verouderd door de oorlog. Van de 25 miljoen geregistreerde voertuigen was de helft meer dan 10 jaar oud. Na de 2e wereldoorlog maakt o.a. Dodge dankbaar gebruik van de goede reputatie die het heeft opgebouwd gedurende de oorlog. Dodge stond bij het publiek en de dankbare soldaten bekend als een producent van stevige vrachtwagens en ambulances.

  • 1946: Sam Baylin ontwikkeld de Baylin motor, een 3-takt interne verbrandingsmotor roterende zuigers. Een ruw en complex voorbeeld van de latere Wankel motor. Willys-Overland introduceert de populaire CJ, de burger versie van de Willys oorlogs Jeep. Willys was actief in de niche markt en de CJ  zou nog decennia lang geproduceerd worden. Graham-Paige start de productie van de 1947 Frazer ook begon men de productie van landbouwmachines onder de naam Rototiller. 

  • 1947: De aandeelhouders van Graham-Paige gaan ermee akkoord alle bezittingen over te doen aan Kaiser-Frazer in ruil voor 750.000 aandelen in Kaiser-Frazer. De Graham fabriek aan Warren Avenue werd verkocht aan Chrysler. Zij bouwden er Desoto's en later Imperials van modeljaren 1959 t/m 1961.

  • 1948: Introductie van de eerste banden waarvoor geen binnenband nodig was. Preston Tucker komt op de markt met de Torpedo. Een revolutionair model. Men gelooft dat de Big Three er alles mee te maken hebben dat er niet meer dan 51 van geproduceerd zijn. Charles Nash overlijd.

  • 1949: De Texaco Combustion Process wordt gepatenteerd. In de vroege jaren 50 ontwikkelen ingenieurs van The Texas Company (tegenwoordig Chevron) een 4-takt motor met een brandstofinjector die werkte volgens het Texco Combustion Process. In tegenstelling tot de normale 4-takt benzine motor die een aparte inlaatklep hebben heeft de T.C.P. motor een inlaatklep met een ingebouwde shroud die de lucht naar de cilinder aanvoert in een tornado achtige manier. Daarna wordt de brandstof ingespoten en ontstoken door een bougie. De uitvinders claimde dat hun motor op iedere op petroleum gebaseerde brandstof met elk octaangehalte en zelfs op sommige alcohol gebaseerde brandstoffen. Dit zonder pingelen! Hoewel de ontwikkeling voor de jaren 50 al vrij ver was zijn er geen bekende commerciële toepassingen bekend. Packard introduceert zijn eigen Ultramatic automaat, hoewel soepeler dan de Hydra-matic van GM was de acceleratie erg traag. Packard was de enige onafhankelijke fabrikant die zijn eigen automaat ontwikkelde. 

  • 1950: De Amerikaanse productie betreft 2/3 van het wereldtotaal. Door de grote vraag naar auto's bouwt Amerika 8 miljoen auto's bij een totale wereldproductie van 10.5 miljoen. Brittannië bouwt er 784.000 en is daarmee wederom nr. 2. Japan bouwt er slechts 32.000. Per model moesten in Amerika 200.000 stuks gebouwd worden om winstgevend te zijn.

  • 1950s: Amerikaanse bedrijven beginnen de ontwikkeling van een krukasloos motor concept.

  • 1951: Het merk Frazer wordt van de markt gehaald na vele aanvaringen tussen Kaiser en Frazer. Willys produceert personenauto's t/m 1955.

  • 1953: Chrysler levert in zijn auto's 'Airtemp', een efficiënte airconditioning. Hiermee zijn ze GM voor die het pas vanaf het modeljaar 1953 aanbied. De luxere Imperials kregen standaard 12v en zowel de 6v als 12v versies van de andere modellen kregen een 1-delige voorruit. Ook werd de eerste automaat van Chrysler, de PowerFlite geleverd. Kaiser Motors , ontstaan door het vertrek van Joseph W. Frazer, fuseerd met Willys-Overland en vormt Willys Motors Inc. 

  • 1954: AMC wordt opgericht door het samengaan van Nash Kelvinator en Hudson Motor Car. Het was de grootste fusie van deze tijd.  Tussen 1916 en 1922 bestond er al een bedrijf met de naam American Motors Corporation, dit bedrijf was mede opgericht door Louis Chevrolet. Door de fusie ontstond de 4e autofabrikant van Amerika met $355 miljoen aan bezittingen en $100 miljoen in werkkapitaal. Ook Studebaker en Packard fuseren en leveren hun nieuwe V8 en Ultramatic automaat aan AMC voor de 1955 Nash Ambassador. Packard hoopte te profiteren van het dealernetwerk van Studebaker. Studebaker hoopte gebruik te kunnen maken van de sterke financiële positie van Packard. Studebaker was echter een bedrijf dat de verkeerde modellen op het verkeerde tijdstip uitbracht en daarnaast goed verkopende modellen niet voldoende kon leveren. De bedoeling was voor de 4 bedrijven om samen te gaan, maar met het overlijden van de directeur van Nash, George Mason, werd deze droom nooit werkelijkheid. 

  • 1955: Wereldwijd worden 13.7 miljoen voertuigen geproduceerd. De USA blijft een reus met 9.2 miljoen, Brittannië groeit echter sterk en produceert er 1.3 miljoen. De Japanse productie is t.o.v. 1950 verdubbeld naar 69.000 auto's. Brandstofverbruik in Amerika ligt op gemiddeld 790 gallon per jaar. Ford introduceert Corvette concurrent Thunderbird. De naamgever krijgt een maatpak en een koffiebeker met de naam Thunderbird er op. Chevrolet introduceert de eerste V8 sinds jaren, de small block 283. De helft van alle verkochte auto's had een 6 cilinder. Amerikaanse verkopen zaten op 7.2 miljoen. Minder dan 52.000 daarvan waren imports. Chrysler legt de naam Imperial vast als eigen merk. Men wilde concurreren met Cadillac en Lincoln. Doordat het merk geleverd werd door Chrysler dealers was er geen eigen merk identiteit, dit deed het merk geen goed, toch houd het merk het vol tot 1983. In 1990 wordt het weer even van stal gehaald om in 1993 alsnog weer te verdwijnen. In april maak Imperial reclame voor de eerste transistorradio voor in de auto. Een optie die $150 kost. Om ruimte te maken voor het merk begonnen de andere merken in het territorium te komen van Desoto. In 1955 neemt George Romney, vader van Mitt Romney presidentskandidaat, het roer over bij AMC en focust het bedrijf op kleine auto's.

  • 1956: AMC stapt over op een eigen V8 i.c.m. de GM Hydra-matic en Borg Warner transmissies en faseert hiermee de Packard V8 en automaat uit vanwege hun relatief hoge prijs.  Packard brengt zelf de Clipper modellen uit onder de merknaam Clipper. Hiermee is de combinatie Packard-Clipper een kopie van Lincoln-Mercury. Door de slechte reputatie die Packard inmiddels heeft zakken de verkopen echter verder en verder weg. 

  • 1957: Felix Wankel heeft zijn eerste werkende prototype van de Wankel motor, de DKM 54. Het was de eerste doorbraak na de diesel in 1895. Fabrikanten toonden direct interesse in het nieuwe ontwerp. Voordelen waren dat deze motor 25% lichter, soepeler in gebruik en goedkoper te produceren was, nadelen waren een hoger brandstofverbruik en hoge slijtage. O.a. GM en Mercedes doken er bovenop. Ondanks flinke investeringen is alleen Mazda regelmatig met modellen gekomen met een wankelmotor. Tot een succes is het nooit gekomen. De elektrische golfkar wordt geproduceerd door Lektro. Door de grote aantallen die nodig zijn om winstgevend te zijn fuseerden Nash en Hudson en vormden American Motors, deze merken zijn nu uitgefaseerd en Rambler neemt het stokje over, de verkopen nemen een veel belovende vlucht. In 1969 zou het merk Rambler alweer verdwijnen en zouden alle auto's als AMC gemarket worden. Dit gaf problemen toen in de jaren 80 de Eagle 4x4 als American Eagle werd gemarket. De verkopen zakten sterk in door het gebrek aan moderne auto's. De banken leenden geen geld meer en men werd in 1980 gered door een lening van Renault in de vorm van 59% van de aandelen. Jeep introduceerde zijn succesvolle nieuwe Cherokee lijn. Door de hoge kosten van het AMC avontuur moest Renault bezuinigen in eigen land en men sloot enkele fabrieken en ontsloeg men 10.000-en arbeiders. Er bleven maar 3 mogelijkheden over, AMC failliet verklaren, meer geld erin pompen of AMC verkopen. Renault's directielid Georges Besse geeft aan dat het goed gaat met AMC, de nieuwe motoren zijn een goede zet, de moderne Bramalea fabriek is net geopend en de nieuwe Jeep modellen lijken goed te lopen. Helaas wordt Besse in 1986 vermoord door de communistische anarchistische Action Directe als vergelding voor de moord op een lid door een Renault beveiliger. In 1987 koopt Chrysler, die al zou gaan samenwerken met AMC/Renault, AMC. Het werd de Jeep-Eagle divisie. Lee Iacocca (hoofd bij Chrysler) was het om Jeep te doen. Daarnaast zag Lee de onderschatte talenten van het AMC management, de mogelijkheden van de extra dealers en uiteraard de nieuwe fabriek. De aankoop van AMC was zelfs nodig voor het voortbestaan van Chrysler.   De productie van Packard stopt en de merknaam Clipper verdwijnt alweer. 

  • 1958: Slechts 8% van de verkochte auto's is een import, de helft daarvan is een Volkswagen.  Ford introduceert zijn nieuwe merk Edsel. Het merk zou slecht 3 jaar bestaan. Men kon niet wennen aan het design van deze nieuwe auto's. Ook begreep men niet of het model boven een Mercury stond of gelijk aan. De kwaliteit bleef ook achter bij de normale Ford en Mercury modellen. De Packards van 1957 en 1958 waren Studebaker Presidents met extra chroom. De laatste Packard liep van de band in juli 1958. Studebaker instrueerde het personeel hun Packards te verkopen en in Studebakers te gaan rijden. Een lichtpuntje was de distributie overeenkomst met Mercedes-Benz. Studebaker kon deze overeenkomst goed gebruiken om extra cashflow te genereren en om in ieder geval nog auto's te kunnen verkopen als de productie van Studebaker zou stoppen. De Packard naam zou nog gebruikt kunnen gaan worden voor de importversie van de Facel Vega uit Frankrijk. Deze zou dan met een Packard V8 en vele andere Packard stijlelementen uitgerust gaan worden. Dit origineel met een Chrysler V8 uitgeruste model mocht van Mercedes-Benz echter niet geïmporteerd worden met het risico om de overeenkomst te verbreken. 

  • 1960: Door de crisis van 1958 vallen de verkopen van Desoto zo tegen dat het merk in november 1960 aankondigd te stoppen. Door de grote voorraad onderdelen worden er nog veel nieuwe auto's gebouwd en afgeleverd bij de Chrysler en Plymouth dealers die aangewezen waren om Desoto te verkopen. Zij werden niet gecompenseerd door Chrysler. In december werden nog gewoon nieuwe auto's afgeleverd die door de dealers met verlies werden verkocht. Bestellingen die niet afgerond konden worden werden afgerond met de levering van een Crysler Windsor. Na onderzoek bleek dat mensen liever een instap Chrysler kochten dan een Desoto. Dodge daarentegen introduceerde in het midden van de jaren 50 de Custom Royal waarmee ze al in de markt van Desoto terecht kwamen. Desoto begon daarentegen steeds meer op Dodge En Chrysler te lijken met een andere grill en achterlichten. Chrysler management deed hier echter niets tegen en in een markt waarin een eigen merkidentiteit heel erg belangrijk is was dit de doodsteek voor Desoto.

  • 1962: Rambler gebruikt 6 jaar voordat het verplicht is al een dubbele hoofdremcilinder. Ook gebruikt men al vroeg de automaat met de neutral stand tussen reverse en drive (PRND). Dit zou verplicht worden in 1968. De Packard naam verdwijnt uit de naam van de organisatie die nu alleen nog 'Studebaker Corporation' heet. Tevens wordt de nieuwe Avanti geïntroduceerd. Ironisch genoeg werd er nog geopperd dit model als Pacakrd of zelfs Pierce Arrow te introduceren. Pierco Arrow was een merk dat in de jaren 20 en 30 onder de Studebaker vlag viel. 

  • 1963: Willys Motor Inc. verandert zijn naam in Kaiser-Jeep Corp. Hiermee verdwijnt de naam Willys. Overland zal nog regelmatig terugkomen als uitvoering bij Jeep.

 

 

 

Ik heb met het bovenstaande niet getracht alles wat er gebeurd is in de geschiedenis van de automobiel te vermelden. Fouten mogen met bewijs gemeld worden, dan pas ik het aan. 1963 is een random gekozen eindjaar.....

bottom of page